Voorbereiding
Garenspanning
A
B
Interne garenterugvoer
14
NL / BE
1
2
3
Bovendraadspanning (A)
De normale bovendraadspanning is: "AUTO"
De bovendraadspanning kan hoger worden
ingesteld door de knop op het naasthogere
nummer te draaien.
De bovendraadspanning kan lager worden
ingesteld door de knop op het naastlagere
nummer te draaien.
1. Normale bovendraadspanning
2. Bovendraadspanning onvoldoende
3. Bovendraadspanning te groot
Onderdraadspanning (B)
Nb:
De onderdraadspanning is correct
ingesteld tijdens de productie, zodat er
geen wijziging nodig is.
U kunt de onderdraadspanning testen door
de spoelhouder en de spoel uit het
spoelhuis te nemen en deze aan het garen
vast te houden. Beweeg ze een of
tweemaal heen en weer. Wanneer de
spoelspanning goed is, moet er 3 à 5 cm
garen uit de spoel komen. Bij te grote
spoelspanning komt er in het geheel geen
garen uit. Bij te weinig spoelspanning zal er
veel meer garen uit de spoel komen. De
spoelspanning kan worden nagesteld met
de kleine schroef in de zijkant van de
spoelhouder.
Neem de bovendraad in de linkerhand.
Draai de naald met het handwiel (20) in de
hoogste stand.
Trek de onderdraad met de bovendraad uit
de opening in de naaldplaat. Trek beide
draden onder de naaivoet door naar
achteren.