De drukregeling niet instelbaar op het uitzetventiel
(apparaat types 3565, 3585, 3595, 3615)
3. Neem de optimale sproeidruk in acht (→ tabel 2) op de manometer [16].
Sproeidruk
1,5 bar
2,0 bar
3,0 bar
Tabel 2. Afhankelijkheid: sproeihoeveelheid – sproeidruk
4. Als de sproeidruk meer dan 0,5 bar ten opzichte van de optimale druk daalt, moet u
opnieuw pompen.
De drukregeling instelbaar op het uitzetventiel
(apparaat types 3585G, 3615G)
3. Draai aan het rode instelwieltje „DOSICONTROL" [20] (afb. 15) („+" druk hoger,
„–" druk lager) en stel de optimale sproeidruk in. (→Tabel 2 boven).
4. Controleer de sproeidruk op de manometer [19] (afb. 15), event. bijregelen.
5. Wanneer de druk niet meer kan worden bijgeregeld, moet u opnieuw pompen.
+
Als er met lucht vermengde vloeistof uit de sproeier komt, is het reservoir leeg.
Na het gebruik
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht.
Laat nooit sproeimiddel in het apparaat zitten.
1. Trek de rode knop van het veiligheidsventiel [12] zolang omhoog, tot alle druk uit het
reservoir is verdwenen. (afb. 4).
2. Vergrendel de pomphandgreep [13]. (afb. 5).
3. Schroef de pomp [2] uit het reservoir [1]. (afb. 6).
4. Verdun de resterende hoeveelheid tweemaal achter elkaar steeds met een 1/2 liter
water en sproei deze vloeistof op de behandelde oppervlakte.
Verzamel de resterende hoeveelheid en voer deze volgens de geldende voorschriften
en regels als afval af. Neem de voorschriften van de fabrikant van de middelen in acht.
5. Veeg het apparaat met een vochtige doek schoon.
6. Voor het drogen en opslaan moet u het reservoir en de pomp van elkaar gescheiden in
een droge, tegen zonnestralen beschermde en vorstvrije omgeving bewaren.
Maak na het gebruik de beschermingsuitrusting en uzelf schoon.
Onderhoud
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht.
Na 50-malig gebruik, echter minstens eenmaal per jaar:
• Demonteer de pomp [2] en vet de manchet [22] in. (afb. 16 -17)
• Maak de sproeier [23] en het element [24] onder stromend water, event. met behulp van
een naald, schoon. (afb. 18).
• Verwijder het filter [25] tussen uitzetventiel [9] en sproeileiding [4] en maak deze onder
stromend water schoon. (afb. 19).
• Smeer de O-ringen [21] en [27] met vet (afb. 17 en 23).
NL
Sproeihoeveelheid bij holle kegelsproeier
0,49 l/min
0,56 l/min
0,69 l/min
31
B