7.1.1 Zaagblad demonteren 2
1.
Trek het accu-pack uit het apparaat.
2.
Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze inge-
drukt.
3.
Draai de bevestigingsbout voor het zaagblad met
de inbussleutel aan tot de vergrendelbout volledig
vergrendelt.
4.
Maak de bevestigingsbout los door deze verder
rechtsom te draaien.
5.
Verwijder de bevestigingsschroef en de buitenste
spanflens.
6.
Open de pendelbeschermkap door hem weg te
draaien en verwijder het zaagblad.
7.1.2 Zaagblad monteren 3
1.
Trek het accu-pack uit het apparaat.
2.
Reinig de opname- en de spanflens.
nl
3.
Bevestig de bevestigingsflens.
4.
Open de pendelbeschermkap.
5.
ATTENTIE Alleen zaagbladen gebruiken, die voor
deze cirkelzaag geschikt zijn. Let op de pijl op
het zaagblad die de draairichting aangeeft.
Breng het nieuwe zaagblad in.
6.
Plaats de buitenste spanflens.
7.
Druk op de spindelblokkeerknop.
8.
Bevestig de spanflens met de spanbout door deze
linksom te draaien.
9.
Controleer voor gebruik of het zaagblad goed be-
vestigd is.
7.2 Zaagdiepte instellen 4
De zaagdiepte kan traploos tussen 0 en 57 mm worden
ingesteld.
1.
Trek het accu-pack uit het apparaat.
2.
Zet het apparaat op een ondergrond.
3.
Maak de spanhendel voor de zaagdiepte-instelling
los
4.
Til het apparaat met een schaarvormige beweging
op en stel de zaagdiepte in door de spanhendel vast
te zetten.
7.3 Zagen aan de aftekenlijn
De positie van het zaagblad wordt weergegeven door de
markeringen op de grondplaat. Hiermee kan zeer nauw-
keurig worden gezaagd. De aftekenkant komt overeen
met de binnenkant van het zaagblad. Het kijkvenster
biedt een beter zicht op de aftekenlijn en zorgt hiermee
voor een nauwkeuriger zaaglijn.
1.
Borg het werkstuk tegen het verschuiven.
2.
U dient het werkstuk zo te situeren dat het zaagblad
eronder vrij loopt.
3.
Zorg ervoor dat de aan-/uitschakelaar op het appa-
raat is uitgezet.
4.
Plaats het accu-pack in het apparaat.
96
5.
Plaats het apparaat met de grondplaat zo op het
werkstuk dat het zaagblad nog geen contact met
het werkstuk heeft.
6.
Schakel het apparaat bij ingedrukte inschakelblok-
kering in door de aan-/uitschakelaar in te drukken.
7.
Leid het apparaat in het juiste werktempo langs de
aftekenlijn door het werkstuk.
7.4 Zagen met parallelaanslag (toebehoren)
Met behulp van de eenarmige parallelaanslag kunnen
exacte zaagsnedes langs een rand van het werkstuk
worden uitgevoerd of isometrische lijsten worden ge-
zaagd.
De parallelaanslag kan op beide zijden van de grondplaat
worden gemonteerd.
7.5 Parallelaanslag monteren/instellen 5
1.
Trek het accu-pack uit het apparaat.
2.
Druk de klem samen.
3.
Schuif de parallelaanslag zo ver als gewenst in de
grondplaat.
4.
Laat op de gewenste afstand de klem los.
7.6 Spaanopvangbak legen 6
ATTENTIE
Draag werkhandschoenen bij het legen van de spaan-
opvangbak. De spanen zijn scherp en kunnen heet zijn.
ATTENTIE
De spaanopvangbak legen en het apparaat altijd rei-
nigen voordat het in de koffer, de gereedschapskist
of de transportkist wordt opgeborgen. Anders kun-
nen spaanders uit de opvangbak in het apparaat, de
accu-packs of de acculader terechtkomen en schade
veroorzaken.
Tijdens het gebruik van het apparaat kunt u via het
zichtvenster controleren of de opvangbak vol is.
1.
Trek het accu-pack uit het apparaat.
2.
De spaanopvangbak naar achteren verwijderen.
3.
Klap de beide helften van de spaanopvangbak uit
elkaar en leeg de spaanopvangbak.
4.
Schuif de spaanopvangbak op de kap tot deze
vergrendelt.
7.7 Arbeidsstappen bij verstopt spanenkanaal
1.
Trek het accu-pack uit het apparaat.
2.
Verwijder de spaanopvangbak.
3.
Reinig het spanenkanaal.
4.
Controleer of bewegende delen van het gereed-
schap correct functioneren en niet vastklemmen en
of onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn
dat de werking van het apparaat nadelig wordt be-
ïnvloed.