• KOPPELINGEN: Torsie-elastische
koppeling met min 0.5 mm radiale
speling vereist aan motorzijde; fl exi-
bele elastische koppeling aanbevo-
len aan schroefzijde.
• VERBINDING MOTOR-KEERKOP-
PELING (Fig. 4):
1) Motorfl ens
2) Vliegwiel.
3) Elastische koppeling.
4) As van de keerkoppeling.
5) Flens keerkoppeling.
6) Flens vliegwiel.
Maximaal toegestane radiale en
axiale waarden X: B-0,1 mm.
• VERBINDING KEERKOPPELING-
SCHROEFAS (Fig. 5 - 6):
• Kies een geschikte koeler.
Voor gedetailleerde informatie wordt
verwezen naar de installatiehandlei-
ding.
Vloeistoftype: ATF (automatische
transmissievloeistof); zie hoofdstuk
10.1.
5.1
Bediening
Alle keerkoppelingen hebben vóór
verzending proefgedraaid.
Tijdens normaal bedrijf mag de keer-
koppeling alleen worden bediend wan-
neer de motor stationair draait.
In noodgevallen is het tevens toe-
gestaan bij hogere toerentallen te
schakelen.
De goede werking van het hydraulische
circuit wordt alleen gegarandeerd als
de hydraulische vloeistof regelmatig
vervangen wordt, zoals voorgeschre-
ven in het onderhoudsprogramma. (Zie
hoofdstuk 6.1).
Van tijd tot tijd dienen visuele controles
op lekkage te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Werkzaamheden aan de keerkop-
peling mogen alleen worden uit-
gevoerd als motor en schroef
stilstaan.
LET OP!
Voordat voor het eerst wordt gestart
moet de keerkoppeling met trans-
missievloeistof worden gevuld.
Voor vulprocedure, vloeistoftype,
-hoeveelheid en -peil wordt verwe-
zen naar hoofdstuk 6.1.4 en vloei-
stof verversen.
Plus d'informations sur : www.dbmoteurs.fr
Gebruik en onderhoud ZF 4-1 M / ZF 30 M
LET OP!
Wanneer de keerkoppeling met een
te laag oliepeil wordt gebruikt, zal
dit de tandwielen beschadigen.
Een te hoog oliepeil kan lekkage bij
de asafdichtingen en de ontluchter
van de keerkoppeling veroorzaken
en de bedrijfstemperatuur aanzien-
lijk verhogen.
5.1.1 BEDIENINGS-
PROCEDURE
LET OP!
Voordat de keerkoppeling wordt
gebruikt, moet het vloeistofpeil
worden gecontroleerd (zie hoofd-
stuk 6.1.1).
LET OP!
Tijdens normaal bedrijf mag de
keerkoppeling alleen worden be-
diend wanneer de motor stationair
draait. Schakelen bij een hoger
motortoerental kan leiden tot over-
belasting van de koppelingsplaten
en dient tijdens normaal bedrijf te
worden voorkomen.
Opmerking: In geval van nood kan
de keerkoppeling van vooruit naar
achteruit worden geschakeld, ook bij
een hoog motortoerental.
SCHAKELSTANDEN (FIGUUR 7):
A = Draairichting schroef tegengesteld
aan draairichting motor
N = Neutrale stand
B = Draairichting schroef gelijk aan
draairichting motor
WAARSCHUWING
Start de motor met de keerkoppeling
alleen in de neutrale stand.
De normale bedrijfstemperatuur van
de transmissieolie dient te liggen in
het bereik van 50°C tot 80°C.
De max. toegestane ATF-temperatuur
van 100°C mag alleen gedurende
korte tijd worden bereikt.
LET OP!
Als de vloeistoftemperatuur te hoog
is onmiddellijk de motor stilzetten,
het peil van de transmissievloei-
stof inspecteren en controleren of
het water door de oliekoeler goed
stroomt. De motor mag pas weer
worden gestart als de storing is
verholpen.
5.1.2 ZEILEN, SLEEP OF
VOOR ANKER
Als de motor uit is en de boot met
het zeil vaart, zowel als hij aange-
sleept wordt of voor anker ligt, kan
de schroef draaien door het effect
van de stroming. Dit is niet gevaarlijk
voor de keerkoppeling. Bij een boot
met twee motoren kan de schroef van
de niet-ingeschakelde keerkoppe-
ling probleemloos stationair draaien.
Wanneer de motor is uitgeschakeld,
maakt het niet uit in welke stand de
schakelhendel staat.
LET OP!
Stationaire stand van de schroef:
de versnellingshendel moet in de
'N' (Fig.7)-stand staan. Gebruik
de schakelstand tegenovergesteld
aan de bewegingsrichting om de
schroefas vast te zetten, anders
wordt de keerkoppeling bescha-
digd.
WAARSCHUWING
Werk niet aan een keerkoppeling
wanneer u wordt gesleept of voor
anker gaat in een rivier. De schroef
kan dan namelijk gaan draaien.
WAARSCHUWING
Werk niet aan een keerkoppeling
in een varende tweemotorige boot
wanneer één van de motoren draait.
De schroefas van de niet-wer-
kende transmissie zal vrij kunnen
draaien.
WAARSCHUWING
Wanneer de motor stationair draait,
maar de schroefas niet moet worden
aangedreven (bijv. wanneer de accu
met de dynamo wordt opgeladen),
moet de schakelhendel (fi guur 7)
in de neutrale stand (N) worden
gehouden om te voorkomen dat de
boot beweegt. Laat de hydraulische
keerkoppeling niet langdurig met
hoog toerental in de vrijloop (N)
draaien.
55