2.2. INSTRUCTIES VOOR STRIJKEN
– De machine is bedoeld voor strijken van recht, onbeschadigd wasgoed (beddelakens, tafelkleden, droogdoeken,
handdoeken, zakdoeken en andere soorten van klein, recht wasgoed) geproduceerd uit linnen, katoen, wol, zijde,
polyacryl –en polyestervezels.
– De producent van de machine ist niet verantwoordelijk voor de beschadiging van de stof door onjuist strijken.
– Strijken met inleggen met behulp van een inlegmachine is bedoeld alleen voor rechthoekig wasgoed mez zulke breedte
die aan de cylinderbreedte beantwoordt. Te smal wasgoed legt u op de transportband manueel afwisselend links en
rechts zodat de cylinder gelijkmatig belast is bij afgeven van warmte.
– Als u zulk wasgoed inlegt dat de hele cylinderbreedte niet toedekt, koelt u af en toe de cylinderkanten af doordat u een
paar stuk van manueel ingelegd wasgoed strijkt.
– De machine is niet bedoeld voor strijken van wasgoed dat delen uit metaal, kunststof, glasvezels of schuimgummi inhoudt.
– In de strijkmachine kan wasgoed ingelegd worden met optimale restvochtigheid van 40±10%. De strijkmachine droogt het
wasgoed. Wasgoed met hogere restvochtigheid moet gecentrifugeerd of voorgedroogd worden.
– Het wasgoed moet redelijk uitgespoeld worden. Als u deze conditie niet opvolgt, veroorzaakt u het vergelen van het
wasgoed, event. vastzetten van resten van wasmiddelen en onreinheiden.
– Het wasgoed moet naar type en gekozen strijktemperatuur verdeeld worden. U maakt de zakken leeg, verwijdert
vreemde objecten zoals spijkers, spelden, schroeven, etc. die de machine zouden kunnen beschadigen.
– Wasgoed met knopen plaatst u met de knopen naar boven.
– Bij het strijken van synthetische stoffen moet u oppassen dat ze niet aan de cylinder blijven kleven.
– U laat het wasgoed nooit in de machine!
– Minimale veranderingen van temperatuur kan goed geschoold personeel beïnvloeden dat de ingestelde temperatuur en
strijksnelheid op het bedieningspaneel verandert in afhankelijkheid van het wasgoedtype en zijn restvochtigheid. Om het
maximale vermogen van de strijkmachine te bereiken, wordt er geadviseerd:
– dalen van temperatuur door juist strijken te voorkomen
– continuïteit van strijken te verzekeren
– de tijden te verminderen, wanneer men niet bij de machine met arbeidstemperatuur strijkt
– wasgoed naar type of restvochtigheid te verdelen
– snelheid en temperatuur aan specifieke behoeften van elk strijken aan te passen
– Beschadigd wasgoed met verscheurde randen, event. met gaten plooit u nooit in de dwarsplooimachine, maar u moet de
vooruitgang gebruiken. Het wasgoed plooit u manueel dwars. U komt daardoor voor dat het wasgoed in de machine blijft.
– U volgt de temperaturen die geadviseerd zijn voor elk wasgoed volgens tab. 4.1.1. U komt het voor dat het wasgoed in de
machine blijft op grond van hoge restvochtigheid, resp. op grond van statische lading. De restvochtigheid van het
wasgoed moet na het strijken 8% is, als de waarde veel hoger is kan de statische lading van te droog wasgoed zijn
oprollen op de uitganscylinder en event. beschadiging van de machine veroorzaken!
2.3. ONJUIST GEBRUIK VAN DE MACHINE
WAARSCHUWING !
!
DEZE MACHINE IS GECONSTRUEERD VOOR INDUSTRIEEL STRIJKEN EN DROGEN, EVENT. OOK
PLOOIEN VAN RECHT WASGOED, GEWASSEN IN WATER. ELK ANDER GEBRUIK DAT VAN HET
BOVENGENOEMDE VERSCHILT, IS ZONDER SCHRIFTELIJKE TOELATING VAN DE PRODUCENT ALS
ONJUIST GEBRUIK BESCHOUWD.
– Teruggang alleen gebruiken voor het uitnemen van een vastgehouden object of persoon.
– Zulk wasgoed niet strijken dat geen vochtigheid kan inhouden.
– Altijd zo strijken dat beide kanten van het strijkvlak afwisselend bedekt zijn.
– Toevoer van elektrische stroom niet uitschakelen als de temperatuur van de machine hoger is dan 80°C, met uitzondering
van noodgeval
– Bij kleine stukken geen grote vrije ruimte langs de hele breedte van de cylinder laten.
– De machine niet op maximale snelheid laten lopen tijdens opwarmen en afkoelen.
– De machine niet stoppen als de strijkbanden niet helemaal droog zijn. Bij lagere temperaturen dan 80°C niet strijken, want
het kan oxydatie op de cylinder veroorzaken.
– Zulk wasgoed niet strijken dat harde componenten inhoudt die de cylinder of de banden zouden kunnen beschadigen.
– Synthetische stoffen niet bij hoge temperaturen strijken.
– Niet strijken als de restvochtigheid can het wasgoed lager is dan ongeveer 5%.
2.4. INSTRUCTIES VOOR ONDERHOUD EN INSTELLING EN VOOR
VEILIGHEID VAN PERSONEN
Sommige belangrijke informaties voor het gebruik van de machine zijn niet (of alleen gedeeltelijk) aangegeven in dit
Manuaal voor de bedinening van de machine. De ontbrekende informaties kunt u vinden in het Manuaal voor
installatie en onderhoud dat met de machine geleverd wordt.
Verwijzingen naar het „Manuaal voor installatie en onderhoud" volgens de norm EN ISO 10472-1(-5):
1. Informatie over verlening van de gebruiksaanwijzing
2. Omvang van gebruik van de machine en beperkingen
3. Onderhoud en instelling
4. Ventilatie
5. Deksels
6. Storingen, reiniging, onderhoud
7. Warmterisico´s
8. Wegzuigen
9. Manipulatie, installatie
10. Uitwisseling van de opwinding
11. Plaatsen van intrekken en vasthouden
32
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE
DATUM VAN UITGAVE: 11/02
505 558