69
3.
Draai de klemschroef (69) weer
vast.
9.4
Bovenste lintgeleider uit-
lijnen
De bovenste lintgeleider bestaat uit:
een steunrol (steunt het zaaglint
achteraan),
twee geleiderollen (geleiden het
zaaglint aan de zijkant).
Deze rollen moeten na vervanging of uit-
lijning van het zaaglint steeds opnieuw
uitgelijnd worden:
3
Aanwijzing:
Controleer de rollen regelmatig
op slijtage en vervang indien nodig alle
rollen tegelijk.
Steunrol instellen
1.
Eventueel moet u het zaaglint uitlij-
nen en aanspannen.
2.
Schroef (71) voor bovenste bandge-
leiding losmaken.
3.
Bovenste lintgeleider uitlijnen
4.
Schroef voor bovenste bandgelei-
ding weer aantrekken.
5.
Draai de schroef (73) voor de steun-
rol (72) los.
73
72
6.
Lijn de steunrol uit (afstand steunrol
zaaglint = 0,5 mm – als het zaaglint
met de hand bewogen wordt, mag
het niet in aanraking komen met de
steunrol)
7.
Trek de schroef voor de steunrol
opnieuw aan.
Geleiderollen instellen
1.
Kartelmoer (75) losmaken.
2.
Geleidingsrollen (76) met de kartel-
schroeven (74) tegenover het zaag-
band instellen.
70
3.
Bandzaagrol enkele keren per hand
in richting van de wijzers van de klok
draaien om te controleren of zich de
geleidingsrollen in de juiste positie
bevinden - beide geleidingsrollen
dienen licht aan het zaagband aan
te sluiten.
4.
Kartelmoer (75) weer aantrekken,
om de kartelschroef (74) vast te
schroeven.
9.5
Onderste lintgeleider uit-
lijnen
De onderste lintgeleider bestaat uit:
een steunrol (steunt het zaaglint
achteraan),
twee geleiderollen (geleiden het
zaaglint aan de zijkant).
Deze delen moeten na vervanging of uit-
lijnen van het zaaglint uitgelijnd worden.
3
Opmerking:
controleer de steunrol en de
geleidingsrollen regelmatig op slijtage en
vervang bij behoefte beide geleidingsrol-
len gelijktijdig.
Basisinstelling
1.
Open de onderste deur van de
behuizing.
2.
Schroef (77) voor onderste bandge-
leiding met zeskantsleutel losma-
ken.
71
77
3.
Onderste bandgeleiding zo ver-
schuiven dat het zaagband in het
midden tussen de geleidingsrollen
(81) ligt.
4.
Schroef (77) aantrekken.
Steunrol instellen
74
75
76
1.
Draai de schroef (78) voor de steun-
rol los.
2.
Lijn de steunrol uit (79) (afstand
steunrol zaaglint = 0,5 mm – als het
zaaglint met de hand bewogen
wordt, mag het niet in aanraking
komen met de steunrol)
3.
(78) Trek de schroef voor de steun-
rol opnieuw aan.
Geleiderollen instellen
1.
Draai de schroeven (80) los.
2.
Geleidingsrollen (81) aan het zaag-
band plaatsen.
3.
Bandzaagrol enkele keren per hand
in richting van de wijzers van de klok
draaien, opdat zich de geleidingsrol-
len in de juiste positie zetten - beide
geleidingsrollen moeten licht aan
het zaagband.
4.
Schroeven (80) weer aantrekken.
5.
Sluit de onderste deur van de behui-
zing.
9.6
Kunststofvoeringen ver-
vangen
Controleer de kunststofvoeringen gere-
geld op slijtage. De kunststofvoeringen
moeten steeds tegelijk vervangen wor-
den:
1.
Verwijder het zaaglint (zie „Onder-
houd en verzorging").
NEDERLANDS
78
79
81
80
11