GEBRUIK VAN DE WASMACHINE
2
1
3
16
NEE
JA
17
18
19
20
SM2977
GEBRUIK VAN WASMIDDELEN
De wasmachine is voorzien van een wasmiddelenvak met drie bakjes.
bakje voor poederwasmiddel voor voorwas of inweken (1)
bakje voor poederwasmiddel voor de hoofdwas (2)
bakje voor wasverzachter (3)
gebruik wasmiddelen met schuimremmers en wasverzachters (als dat nodig is)
die geschikt zijn voor wasautomaten. Volg voor de dosering de aanwijzingen op de
verpakking.
NB: Te veel wasmiddel heeft een sterke schuimvorming tot gevolg
en kan het wasresultaat negatief beïnvloeden.
Te weinig wasmiddel kan een slecht wasresultaat geven.
NB: Zorg er bij het vullen van de wasmiddellade voor dat het
wasmiddel niet in het wasverzachtervakje terechtkomt, omdat
er bij het spoelen dan schuim ontstaat en witte vlekken op het
textiel kunnen achterblijven. Als er, omgekeerd, wasverzachter in
het wasmiddelvakje terechtkomt, zal deze minder efficiënt zijn.
NB: Ga bij gebruik van een vloeibaar wasmiddel (aanbevolen
voor programma's zonder voorwas) als volgt te werk: neem het
tussenschot uit zijn behuizing in het bakje tegenover het vakje
2 en plaats het in de geleiders in het midden van hetzelfde vak.
sluit de wasmiddellade alvorens de wascyclus te starten.
▼
Let op! Verwijder de wasmiddellade niet tijdens de werking van
de wasmachine, omdat er water uit kan komen.)
49
NL