De inspectie is met goed gevolg doorlopen als alle inspectiepunten goed
zijn bevonden.
Herstel afwijkingen aan het apparaat voordat het apparaat weer in
bedrijf wordt genomen.
Door de geregistreerde meetwaarden te vergelijken met voorgaande
metingen kan een eventueel langzaam groter wordende afwijking
worden vastgesteld.
5.2
Onderhoud
Onderdeel
Vaco 200 unit
Vacuümelektrode
n
Sponsjes
Vacuümslangen
en waterreservoir
Accessoires die met het lichaam van de patiënt in aanraking
komen, moeten na het desinfecteren met zuiver water
afgespoeld worden om allergische reacties te voorkomen.
5.2.1
DeVaco 200unit reinigen
1. Schakel het apparaat uit:
2. Reinig het toestel met een lichtbevochtigde zachte doek.
Er mag geen vloeistof in het toestel binnendringen.
5.2.2
De vacuümelektroden reinigen
1. Reinig de vacuümelektroden (metalen elektroden met rubberen
zuignapjes) met een niet-agressieve zeepoplossing of een 70%
alcoholoplossing.
2. Spoel de vacuümelektroden goed af met water.
3. Droog de vacuümelektroden af.
5.2.3
De sponsjes voor de vacuümelektroden reinigen
1. Spoel de sponsjes goed uit in water of reinig de sponsjes met een
70% alcoholoplossing.
2. Spoel de sponsjes goed uit met water.
Vaco 200
Controle
Reinigen. Zie §5.2.1.
Reinigen. Zie §5.2.2.
Reinigen. Zie §5.2.3.
Reinigen. Zie §5.2.4.
44
Frequentie
Indien nodig
Na iedere behandeling
Na iedere behandeling
Wekelijks