3.
Breng het deksel van het batterijvak weer aan. Vergewis u ervan dat
het goed op zijn plaats zit.
4.
Vergewis u ervan dat de grendel van batterijvakdeksel correct op
zijn plaats zit (figuur 5).
Figuur 5 – Grendel van batterijvakdeksel
Inspectie vóór gebruik
WAARSCHUWING
Inspecteer uw micro CD-100 vóór ieder gebruik en verhelp even-
tuele problemen om het risico van letsels of foutieve metingen te
verkleinen.
1.
Verwijder eventuele olie, vet of vuil van het apparaat. Dat verge-
makkelijkt de inspectie.
2.
Controleer de micro CD-100 op kapotte, versleten, ontbrekende,
slecht uitgelijnde of geblokkeerde onderdelen of andere factoren
die een veilige en normale werking in de weg kunnen staan.
micro CD-100 Ontvlambare-gassendetector
3.
Controleer of de waarschuwingslabels aanwezig is en of ze stevig
vastzitten en leesbaar zijn (figuur 6).
4.
Gebruik de micro CD-100 bij eventuele problemen tijdens de in-
spectie niet totdat ze adequaat verholpen zijn.
5.
Schakel de gasdetector in en kalibreer hem volgens de instel- en
bedieningsinstructies. Eenmaal de kalibrering voltooid, gebruikt u
een bron van brandbaar gas (zoals een niet brandende aansteker)
om na te gaan of de gasdetector het gas detecteert. Wanneer de
gasdetector het gas niet detecteert, mag u het instrument niet
gebruiken alvorens het probleem werd verholpen. Verwijder de
gasbron en laat de sensor gedurende enkele minuten stabiliseren
alvorens hem te gebruiken.
Figuur 6 – Waarschuwingslabels
55