Aan
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading laag is, stopt het gereedschap auto-
matisch. Als het gereedschap niet werkt, ook niet wan-
neer de schakelaars worden bediend, verwijdert u de
accu's vanaf het gereedschap en laadt u de accu's op.
De resterende acculading controleren
► Fig.8: 1. Accu-indicator (voor bovenste accu) 2. Testknop
3. Accu-indicator (voor onderste accu)
Druk op de testknop om de resterende acculadingen te zien. De
accu-indicatorlampjes geven per accu de resterende acculading aan.
Toestand van accu-indicator
Aan
Uit
De resterende acculading controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
► Fig.9: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende acculading te
zien. De indicatorlampjes branden gedurende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
Uit
Knippert
Resterende
acculading
Knippert
50% tot 100%
20% tot 50%
0% tot 20%
Laad de accu
op.
Resterende
acculading
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
Automatische toerentalwisselfunctie
OPMERKING: De functie voor het automatisch ver-
anderen van het toerental is alleen beschikbaar als
het toerentalinstelwiel op stand 5 staat.
Dit gereedschap heeft een "hoog-toerentalfunctie" en
een "hoog-koppelfunctie".
Het gereedschap verandert de bedieningsfunctie auto-
matisch aan de hand van de werkbelasting. Wanneer
de werkbelasting laag is, draait het gereedschap in de
"hoog-toerentalfunctie" om sneller te kunnen zagen.
Wanneer de werkbelasting hoog is, draait het gereed-
schap in de "hoog-koppelfunctie" om krachtiger te
kunnen zagen.
► Fig.10: 1. Functie-indicator
De functie-indicator brandt groen wanneer het gereed-
schap in de "hoog-koppelfunctie" draait.
Als het gereedschap onder buitensporige belasting
draait, knippert de functie-indicator groen. De functie-in-
dicator stopt met knipperen en gaat branden of gaat uit
wanneer u de belasting op het gereedschap verlaagt.
Status van functie-indicator
Brandt
De zaagdiepte instellen
LET OP:
Nadat u de zaagdiepte hebt inge-
steld, zet u de klembout altijd stevig vast.
Draai de klembout op de dieptegeleider los en plaats
de zaagdieptebegrenzer op de gewenste positie op de
instelschaal. Draai de klembout op de gewenste zaag-
diepte stevig vast.
Voor een schonere, veiligere zaagsnede, stelt u de
zaagdiepte zodanig in dat niet meer dan een tand-
hoogte door het werkstuk heen steekt. Door de zaag-
diepte goed in te stellen, verkleint u de kans op een
potentieel gevaarlijke TERUGSLAG, en daarmee op
persoonlijk letsel.
► Fig.11: 1. Zaagdieptebegrenzer 2. Klembout
69 NEDERLANDS
Bedienings-
Uit
Knippert
toerentalfunctie
koppelfunctie
Waarschuwing
overbelasting
functie
Hoog-
Hoog-
wegens