Afzagen (gewoon zagen)
► Fig.26
Houd het gereedschap stevig vast. Het gereedschap is voorzien
van zowel een voorhandgreep als een achterhandgreep. Gebruik
beide om het gereedschap zo goed mogelijk vast te houden. Als u
de zaag met beide handen vasthoudt, kan het cirkelzaagblad nooit
in uw handen zagen. Plaats eerst de zool op het werkstuk dat u
wilt zagen, zonder dat het cirkelzaagblad het werkstuk raakt. Druk
daarna op de uit-vergrendelknop en knijp de trekkerschakelaar
in. Wacht totdat het cirkelzaagblad op maximaal toerental draait.
Druk nu de zaagkop langzaam tot de vooraf ingestelde zaagdiepte
naar beneden en beweeg het gereedschap ontspannen over het
oppervlak van het werkstuk vooruit, waarbij u het plat houdt en
soepel vooruit beweegt totdat het zagen is voltooid.
Zorg voor een schone zaagsnede door een rechte zaaglijn en
een constante voortgaande snelheid. Als de zaagsnede niet ver-
loopt volgens de voorgenomen zaaglijn, mag u niet proberen het
gereedschap iets te draaien of te dwingen terug te keren naar de
zaaglijn. Als u dit doet, kan het cirkelzaagblad vastlopen en een
gevaarlijke terugslag optreden met mogelijk ernstig persoonlijk
letsel tot gevolg. Laat de schakelaar los, wacht tot het cirkelzaag-
blad tot stilstand is gekomen en trek vervolgens het gereedschap
terug. Lijn het gereedschap opnieuw uit met een nieuwe zaaglijn
en begin weer te zagen. Probeer te vermijden dat door de positie
van het gereedschap de gebruiker wordt blootgesteld aan zaag-
sel en spaanders die door de zaag worden uitgeworpen. Gebruik
oogbescherming om verwonding te voorkomen.
Geleiderail
Optioneel accessoire
Plaats het gereedschap op de achterkant van de gelei-
derail. Draai aan de twee stelschroeven op de gereed-
schapzool het gereedschap soepel zonder gerammel
kan glijden. Houd zowel de voorhandgreep als de ach-
terhandgreep van het gereedschap stevig vast. Schakel
het gereedschap in, druk het gereedschap omlaag tot de
vooraf ingestelde zaagdiepte, en zaag de splinterbescher-
ming in één keer over de volle lengte af. De rand van de
splinterbescherming komt nu overeen met de zaagrand.
► Fig.27: 1. Stelschroeven
Bij het zagen van een schuine zaagsnede met de gelei-
derail, moet u de schuifhendel gebruiken om te voorko-
men dat het gereedschap omvalt.
Beweeg de schuifhendel op de gereedschapzool in de
richting van de pijl zodat hij in de ondersnijdingsgroef in
de geleiderail valt.
► Fig.28: 1. Schuifhendel
Subzool (liniaal)
Optioneel accessoire
Door de subzool als een liniaal te gebruiken, kunt u
uiterst nauwkeurige rechte sneden zagen. Draai de
klembouten los en schuif de subzool uit het gereed-
schap, en steek hem daarna ondersteboven erin.
► Fig.29: 1. Klembout 2. Subzool
Schuif gewoon de geleider van de subzool strak tegen
de zijkant van het werkstuk en zet deze op zijn plaats
vast met behulp van de klembouten. Op deze manier is
het tevens mogelijk een zaagbeweging te herhalen met
identieke breedte.
► Fig.30: 1. Klembout 2. Subzool
Invalzagen (uitzagen)
WAARSCHUWING:
instructies om een terugslag te voorkomen.
► Fig.31: 1. Achterrand van gereedschapzool 2. Vaste aanslag
Wanneer het gereedschap zonder de geleiderail wordt
gebruikt, plaatst u het gereedschap op het werkstuk met de
achterrand van de gereedschapzool tegen een vaste aan-
slag of iets dergelijks dat door de operator is aangebracht.
Wanneer het gereedschap met de geleiderail wordt
gebruikt, plaatst u het gereedschap op de geleiderail met
de achterrand van de gereedschapzool tegen een vaste
aanslag of iets dergelijks dat op de geleiderail is geklemd.
Houd het gereedschap stevig vast met één hand op de voorhand-
greep en de andere op de achterhandgreep. Druk daarna op de
uit-vergrendelknop, schakel het gereedschap in en wacht tot het
zaagblad op maximaal toerental draait. Druk nu de zaagkop lang-
zaam omlaag tot de vooraf ingestelde zaagdiepte en beweeg het
gereedschap eenvoudig vooruit naar de gewenste invalpositie.
OPMERKING: De markeringen op de zijkant van de
beschermkap geven de inzaagpunten aan de voorzijde
en de achterzijde van het zaagblad aan bij de maximale
zaagdiepte en met gebruikmaking van de geleiderail.
► Fig.32: 1. Voorste zaagpunt 2. Achterste zaagpunt
Geleideapparaat
Optioneel accessoire
Gebruik van de verstekgeleider maakt nauwkeurig
verstekzagen met hoeken en passingen mogelijk.
Door het gebruiken van de klem wordt het werkstuk
stevig op de tafel bevestigd.
FUNCTIE VOOR
DRAADLOOS INSCHAKELEN
Alleen voor DSP601
Mogelijkheden van de functie voor
draadloos inschakelen
Met de functie voor draadloos inschakelen kunt u schoon en com-
fortabel werken. Door een ondersteunde stofzuiger aan te sluiten
op het gereedschap, kunt u de stofzuiger automatisch laten in- en
uitschakelen bij bediening van de schakelaar van het gereedschap.
► Fig.33
Om de functie voor draadloos inschakelen te gebruiken,
dient u de volgende zaken voor te bereiden:
•
Een draadloos-eenheid (optioneel accessoire)
•
Een stofzuiger die de functie voor draadloos
inschakelen ondersteunt
In het kort bestaat het instellen van de functie voor draad-
loos inschakelen uit de volgende punten. Raadpleeg elke
paragraaf voor informatie over de procedure.
1.
De draadloos-eenheid aanbrengen
2.
Registratie van het gereedschap op de stofzuiger
3.
De functie voor draadloos inschakelen starten
72 NEDERLANDS
Houd u aan de volgende