• Om de spanning van de gordels af te stellen
trekt u de band voor de afstelling (N) voor-
zichtig omhoog totdat u de juiste spanning
heeft (Fig. 19).
Om het autostoeltje te verwijderen maakt u
de veiligheidsgordels van de auto en de vaste
koppelstukken (C) los door op de ontgrendel-
knoppen (D) te drukken.
2.2 INSTALLATIE VAN HET AUTOSTOELTJE
IN DE AUTO VOOR GR. 1+ MET VASTE
KOPPELSTUKKEN EN DRIEPUNTSGOR-
DEL VAN DE AUTO (9-18 KG)
Het autostoeltje wordt voor Groep 1 ALTIJD in
de rijrichting geïnstalleerd, gebruik ALTIJD de
vaste koppelstukken en de driepuntsgordel
van de auto.
WAARSCHUWING! Gebruik het autostoeltje in
de schuine stand 1, 2 of 3. Gebruik NOOIT de
stand R.
• Roteer de zitting 180° met de hendel (M) en
verzeker u ervan dat het vergrendeld is en in
de rijrichting staat (Fig. 20).
• Positioneer het autostoeltje in de rijrichting
op de autozetel.
• Druk op de drukknop (D) om de vaste kop-
pelstukken (C) volledig uit te trekken (Fig. 21).
• Bevestig de koppelstukken aan de bevesti-
gingen tussen de rugleuning en de zitting
(Fig. 22). Een speciale klik geeft de bevesti-
ging aan en de indicator verandert van rood
naar groen.
• Steek het diagonale gedeelte van de gordel
door de bovenste gordelgeleider (T). Steek
de driepuntsgordel in de ruimte (U) voor de
gordel en trek hem uit de tegenoverliggende
ruimte (Fig. 23)
• Maak de autogordel vast (Fig. 24)
• Duw het autostoeltje stevig tot tegen de
rugleuning van de zetel zodat het goed op
de rugleuning aansluit (Fig. 25) en span het
diagonale gedeelte van de gordel (Fig. 26).
Ga als volgt te werk om na de installatie het
kind in het autostoeltje te leggen:
• Druk op de drukknop voor de afstelling van
de gordels (O) en neem tegelijkertijd de gor-
dels vast. Trek de gordels van het autostoeltje
zo ver mogelijk naar u toe (Fig. 27).
• Druk op de drukknop van de gesp om de
gordels van het autostoeltje los te maken
(Fig. 28).
• Plaats het kind zorgvuldig in het stoeltje, leg
de twee lipjes van de gordel op elkaar en
maak ze terug vast (Fig. 29).
• Stel met de hendel (S) de hoogte van de
hoofdsteun af zodat de gordels ter hoogte
van de schouders van het kind uit de rugleu-
ning komen (Fig. 30).
• Om de spanning van de gordels af te stellen
trekt u voorzichtig aan de band voor de af-
stelling (N) totdat u de juiste spanning heeft
(Fig. 31).
2.3 WIJZIGING VAN CONFIGURATIE VAN
AUTOSTOELTJE VAN GROEP 1 (9-18
KG) NAAR GROEP 2/3 (15-36 KG)
Voer de volgende werkzaamheden uit om de
configuratie te veranderen van Groep 1 naar
Groep 2/3:
• Maak de gordels van het autostoeltje zo ver
mogelijk los door op de afstelknop (O) te
drukken (Fig. 32).
• Positioneer de hoofdsteun in de hoogste
stand met de hendel (S) (Fig. 33).
• Trek de gordels van het autostoeltje uit de
verankering (Fig. 34A) en leg de verankering
in de speciale zitting (Fig. 34B).
• Steek de gordels van het autostoeltje door de
lussen en trek ze uit de gesp (Fig. 35).
• Verwijder eerst de stof van de zitting en leg
vervolgens de gesp in de speciale ruimte aan
het voeteinde (Fig. 36).
• Rol de gordels op en leg ze in de ruimten aan
de zijkanten van de zitting (Fig. 37).
• Leg de schouderriemen in de rugleuning
(Fig. 38) en de tussenbeenstukbescherming
onder de stof van de zitting (Fig. 39).
2.4 INSTALLATIE VAN HET AUTOSTOELTJE
IN DE AUTO EN HET KIND ERIN ZETTEN
VOOR GROEP 2/3 (15-36 KG) MET VAS-
TE KOPPELSTUKKEN EN DRIEPUNTS-
GORDEL VAN DE AUTO
WAARSCHUWING! Gebruik het autostoeltje in
de schuine standen 1 en 2. Gebruik NOOIT de
standen R en 3.
De installatie gebeurt ALTIJD met gebruik van
de vaste koppelstukken en de driepuntsgordel
60