• Bij het laden van een nieuwe batterij of een batterij
die gedurende lange tijd niet werd gebruikt, gebeurt
het soms dat het oplaadlampje na korte tijd uitgaat.
Neem in zo'n geval de batterij eruit en steek deze
weer erin. Indien het oplaadlampje binnen één
minuut uitgaat zelfs nadat deze procedure een paar
malen werd herhaald, is de batterij versleten. Ver-
vang deze door een nieuwe.
Voor DA301DB/DA391DB (Fig. 3)
Sluit de acculader aan op een stopcontact. Plaats de
accu in de acculader zodat de plus en min klemmen
van de accu overeenkomen met de plus en min
markeringen op de acculader. Schuif de accu zo ver
mogelijk in de opening, zodat deze op de bodem van
de laderopening rust.
Wanneer de accu erin zit, zal het oplaadlampje aan-
gaan en zal het opladen beginnen. Tijdens het opla-
den zal het oplaadlampje blijven branden.
Nadat het opladen is voltooid, zal het oplaadlampje
uitgaan. De oplaadtijd is ongeveer 100 minuten.
Wanneer u een volledig opgeladen accu in de lader
laat zitten, zal de lader overschakelen naar de ''bijla-
den (handhaven van de lading)'' stand en ongeveer
24 uur in deze stand blijven staan.
Trek de stekker van de lader uit het stopcontact nadat
het opladen is voltooid.
Capaciteit
Accu-type
7033
9033
LET OP:
• Wanneer u de accu van een zojuist gebruikt gereed-
schap oplaadt, of een accu die voor langere tijd aan
direct zonlicht werd blootgesteld, gebeurt het soms
dat het oplaadlampje in rood knippert. Wacht in zo'n
geval een tijdje. Het opladen zal beginnen nadat de
accu is afgekoeld.
• Elk van de onderstaande condities wijst op bescha-
diging van de lader en/of accu. Laat deze nakijken
in een erkend Makita-servicecentrum of Fabriek-
servicecentrum.
1) Het oplaadlampje gaat niet aan of knippert niet
(in rood) wanneer de accu in de laderopening
wordt geplaatst.
2) Het opladen is nog niet voltooid, hoewel reeds
meer dan drie uur zijn verstreken nadat het rode
lampje is aangegaan bij het begin van het
opladen.
Bijladen (Handhaven van de lading)
Wanneer u een volledig opgeladen accu in de lader
laat zitten om spontaan ontladen te voorkomen, zal
de
lader
overschakelen
(Handhaven van de lading)'' stand waardoor de accu
vers en in volledig opgeladen toestand wordt
gehouden.
Aantal cellen
(mAh)
2 200
6
2 200
8
naar
de
''Bijladen
Wenken om een maximale levensduur van de
accu te handhaven
1. Laad de accu op alvorens deze volledig is ont-
laden.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het gereedschap verminderd is.
2. Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op.
Wanneer u de accu te veel oplaadt, zal deze
minder lang meegaan.
3. Laad de accu op bij een kamertemperatuur tussen
10°C en 40°C.
Laat een warme accu afkoelen alvorens deze op
te laden.
Installeren of verwijderen een boor of
schroefbit
Belangrijk:
Vergeet niet het gereedschap uit te schakelen en het
batterijpak te verwijderen, alvorens de boor te instal-
leren of te verwijderen.
Voor DA301D/DA301DB (Fig. 4 en 6)
Om de boor te installeren steekt u het zover mogelijk
in de boorkop. Draai de boorkop hierna met de hand
vast. Steek vervolgens de boorkopsleutel in elk van
de drie gaten en draai naar rechts vast. Zorg ervoor
dat u in al de drie gaten gelijkelijk vastdraait. Om de
boor te verwijderen maakt u met de boorkopsleutel de
bout in slechts één gaatje naar links los en draai
vervolgens de boorkop met de hand los.
Na gebruik de sleutel terugzetten in het de daarvoor
bestemde uit sparing in het gereedschap.
Voor DA391D/DA391DB (Fig. 5)
Houdt de ring vast en draai de bus om naar links voor
het openen van de spanklauwen. Steek vervolgens
de boor zo ver mogelijk in de boorkop. Houdt daarna
de ring weer stevig vast en draai de bus om naar
rechts voor het vastzetten van de boorkop. Voor het
verwijderen van de boor, de ring vasthouden en de
bus naar links omdraaien.
Werking van de schakelaar
(Fig. 7 voor DA301D/DA301DB en Fig. 8 voor
DA391D/DA391DB)
LET OP:
• Alvorens het batterijpak in het gereedschap te
plaatsen, kontroleert u altijd eerst even of de trek-
schakelaar behoorlijk funktioneert en bij het loslaten
naar de ''OFF'' positie terugkeert.
• Kontroleer, alvorens met boren te beginnen, altijd
de draairichting van de boor.
• Verander de stand van de omkeerschakelaarknop
alleen, nadat het gereedschap volledig tot stilstand
is gekomen. Indien u de draairichting verandert,
terwijl de boor nog draait, kan zware beschadiging
aan het gereedschap het gevolg zijn.
• Zet de omkeerschakelaarknop altijd in de neutrale
positie wanneer het gereedschap niet in gebruik is.
23