A. Ondermes
Verwijder eventuele hakken in het ondermes door de oppervlakken A en/of B te slijpen.
Verwijder zo weinig mogelijk materiaal. Oppervlak A kan worden geslepen als het mes
plat op de tafel van de slijpmachine wordt vastgezet (de oppervlakken A en C moeten na
het slijpen nog steeds parallel zijn). Oppervlak B slijpen door het mes in een verstekbank-
schroef of in de speciale houder (bestelnr. 121 116 251) vast te zetten. Zodanig slijpen
dat de vlakken van de messen recht en parallel zijn met een tolerantie van 0,013 mm
(0,0005").
Oppervlak A
Houder voor
ondermes
(bestelnr. 121 116 251)
Slijpparameters (oppervlakslijpen)
Type mes
CPM-10V
Wolfraam
76
Type
Perifere snelheid
slijpschijf
van de slijpschijf
m/sec. (SFPM)
32A60H8
20,3-30,5
(4000-6000)
D100/120
25,4-30,5
N100B of
(5000-6000)
D220N100B
25,4-30,5
(5000-6000)
Oppervlak B
FIG. 3
Afstelling van de slijpschijf
per toer
Grof: 0,025-0,075 mm
(0,001"-0,003")
Fijn: 0,013 mm
(0,0005")
Grof: 0,0075 mm
(0,0003")
Fijn: 0,0025 mm
(0,0001")
Grof: 0,0075 mm
(0,0003")
Fijn: 0,0025 mm
(0,0001")
Slotschroeven en
veerringen
(punt 10 en 15)
Oppervlak C
Tafel van de slijpma-
chine
Koelmid-
del
Ja
Ja
Ja