3. AANDACHTSPUNTEN VOOR HET
GEBRUIK VAN DE SLANG
De haspel is voorzien van een hoogwaardige knikresistente slang.
1. Sluit na gebruik de watertoevoer af. In sommige gebieden met
hoge temperaturen en een hoge waterdruk kan het water door
het zonlicht worden opgewarmd en dan de slang beschadigen,
waardoor het moeilijk wordt om hem weer op te rollen. De
watertoevoer kan het best worden afgesloten voordat de slang
wordt opgerold. Laat de haspel bij zeer lage temperaturen niet
buiten. Onder deze omstandigheden kan de slang minder flex-
ibel worden, waardoor het lastiger wordt om hem op te rollen.
2. Vermijd contact met chemische stoffen, zoals aceton, terpenti-
ne, melkzuur enz. De slang op deze haspel kan niet voor drink-
water worden gebruikt, tenzij hij is voorzien van een speciale
indicatie.
4. CORRECT VERGRENDELEN EN
OPROLLEN VAN DE SLANG
Afb. 5
66
Afb. 7
Deze haspel heeft een voorziening met palrad en anker, waardoor
de slang gemakkelijk kan worden af- en opgerold. Tijdens het uitt-
rekken van de slang hoort u regelmatig het geluid "kada". Als u de
slang tot de gewenste lengte hebt uitgetrokken en het geluid "kada"
hoort, kunt u de slang loslaten om hem te vergrendelen. (Afb. 7:
afbeelding van de werking van het palrad. V is de trekrichting van
de slang.) Om de slang op te rollen, trekt u hem eerst circa 300 mm
naar buiten. Als u niet het geluid "kada" hoort, kunt u de slang nu
oprollen. Het is aanbevolen om de slang eerst minimaal 25% uit te
trekken voordat u hem oprolt. Houd tijdens het oprollen altijd het
mondstuk in uw hand en geleid die richting de haspel tot het
oprollen is voltooid. Als de slang verdraaid is, moet u hem tot op
de volle lengte uittrekken en dan gelijkmatig laten oprollen.
5. ONDERHOUD
1. Dompel de haspel niet onder in water om te reinigen. Als de
slang erg vuil is, dient u hem te reinigen voordat u hem oprolt.
2. De haspel kan het best op een beschutte plaats worden gemon-
teerd. Hiermee verkrijgt u een langere levensduur. Bij bloot-
stelling verslijten en verroesten de metalen onderdelen. Ook de
onderdelen van polypropyleen verslijten sneller in de buiten-
lucht, in het bijzonder bij direct zonlicht. Hierdoor wordt de
levensduur van de haspelbehuizing en het oprolwiel bekort. Als
zich in het gebied vorst voordoet, raakt de slang beschadigd als
hij gevuld is met water.
Afb. 6
3. Het is raadzaam om de haspel op te bergen als hij niet in gebru-
ik is.
4. Als de slang na enige tijd van gebruik niet meer kan worden
opgerold, is het mogelijk dat er sprake is van vermoeidheid van
de veer. De spankracht van de veer moet dan met 1 à 2 slagen
worden vergroot: verwijder eerst de linker kap van de haspel,
grijp de kop van de veer vast en trek die weg van de haspel.
Draai het apparaat vervolgens 1 à 2 slagen linksom en breng de
veerkop weer aan in de haspel. Plaats ten slotte weer de linker
kap.
6. TECHNISCHE PARAMETERS
MODEL
LENGTE SLANG
MATERIAAL SLANG
DRUK
BINNENDIAMETER SLANG
MAAT INLAATFITTING
7. TOEBEHOREN
Eén montagebeugel, één aluminium buis, vier schroeven (M8 x
63), één spuitmondstuk.
28
ZW01-20B
20 m (66.6 ft)
PVC
MAX 1,0 MPa (150 psi)
1/2" (12 mm)
3/4 NPT