• Alle passagiers hebben de veiligheidsgordels om.
• Het autostoeltje moet altijd beveiligd zijn, ook als het kind er niet in zit.
5.1 Installatie van het autostoeltje uit de 1e gewichtsgroep (9 tot 18 kg) - fig. 11
• Pas de hoogte van de schouderbanden aan (zie punt 4.4).
• Plaats het autostoeltje op de autostoel en zorg ervoor dat het stevig tegen de rugleuning zit (fig. 12).
• Trek de autogordel uit, trek de gesp (samen met de gordel) door de opening in de rugleuning van het
stoeltje (fig. 13).
• Trek vervolgens de riem achter de rugleuning (fid. 14).
Opmerking: De autogordel moet onder de gordels van het harnassysteem zich bevinden!
• Trek vervolgens de band door de opening aan de andere kant van het autostoeltje (aan de
bevestigingszijde) om de gesp aan de sluiting te bevestigen (fig. 15).
• Plaats de heupgordel van de auto onder de armsteunen aan beide zijden van het autostoeltje (fig. 16).
De schouderband van de auto (aan de zijkant van de veiligheidsgordel) moet zo worden geplaatst dat deze
de rugleuning van het kinderzitje bedekt (fig. 17). De gordel aan de bovenkant van de rugleuning moet achter
de plastic bolling zich bevinden (waarneembaar onder de stoelbekleding).
• Plaats uw knie op de stoel en trek de veiligheidsgordel zoveel mogelijk in de richting van het
oprolmechanisme aan.
5.2 Installatie van het autostoeltje uit de 2de en 3de gewichtsgroep (15 tot 36kg) - fig. 18
Verwijder het harnas uit het autostoeltje (zie punt 4.6) wanneer een kind met een gewicht van 15 tot 36 kg
in het autostoeltje moet reizen. Gebruik alleen 3-punts autogordels.
• Stel de hoofdsteun af op de lengte van uw kind.
• Plaats het kinderzitje op de voertuigstoel.
• Leid de schouderband door de rode geleider onder de hoofdsteun.
• Plaats het kind in het autostoeltje en trek de autogordel onder de armleuning van het autostoeltje.
• Maak de veiligheidsgordel vast, u hoort een karakteristieke "klik" van de gesp.
• Trek de autogordel vast door eerst aan de heupgordel en vervolgens aan de schoudergordel te trekken.
Zorg ervoor dat de heupgordel zo laag mogelijk over de heupen van het kind wordt gespannen, in de geleiders
past en met een gesp wordt vastgemaakt. De schouderriem moet zich tussen de schouder en nek van het
kind bevinden.
6.1 Hoes verwijderen
• Verwijder het stoeltjeharnas (zie punt 4.6).
• Maak de elastische bevestigingen op de hoes van de hoofdsteun los. Klap vervolgens (fig. 20)de rugleuning
van het autostoeltje plat.
• Ontgrendel de bevestigingspunten van de hoes en verwijder de bekleding van de zitting en de rugleuning
(fig. 21).
6.2 Montage van het 5-punts harnas en de hoes
• Plaats na het reinigen de hoes op de elementen van het stoeltje en zet deze vast (fig. 22).
• Plaats de twee rugleuninghaken in de basis en beweeg de rugleuning vervolgens verticaal (afb. 23).
• Schuif de metalen gesp van de kruisgordel van het harnas uit door het gat in de stoel en zet deze dan vast
in de basis van de stoel.
• Trek de lange harnasgordel door de gaten in de basis van de zittong, figuur 19 kan hier nuttig zijn. Trek
vervolgens de uiteinden van de harnasgordel uit de stoelbekleding, door de helften van de gespgrendel
(de gaten zitten goed vast).
49