Descargar Imprimir esta página

Meta System EasyCan Manual Para El Usuario página 14

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 10
Inleiding
Beste klant,
We willen u danken voor uw keuze van een Metasystem product. We verheugen ons erover dat we u wat algemene informatie
kunnen leveren voordat u deze handleiding verder door zult lezen. De informatie is met name nuttig om alle prestaties te
leren kennen van het nieuwe alarmsysteem, dat gecombineerd is met de orginele afstandbediening van uw voertuig.
Het alarm controleert in uw afwezigheid dat niemand een ruimte van uw voertuig opent, ongeacht dat de voeding on-
derbroken wordt of dat door het breken van een ruit de passagiersruimte betreden wordt. Deze voorvallen genereren een
optisch/akoestisch alarm. Door middel van een speciaal comando kan het alarm u onmiddellijk hierover op uw privételefoon
waarschuwen en zich met een satelliet-plaatsbepaler combineren. Bovendien kan het systeem op het moment van de active-
ring, dankzij de combinatie met een extra module (optie), de automatische afsluiten van de ramen controleren.
Functionering
Het alarm wordt automatisch geactiveerd op het moment dat u de deuren van uw voertuig vergrendelt met behulp van
de standaard geleverde afstandbediening. De activering wordt aangegeven door middel van het knipperen van de richtin-
gaanwijzers en de LED.
De deactivering vindt plaats op het moment dat de deuren met behulp van de standaardgeleverde afstandbediening on-
tgrendeld worden. De deactivering wordt aangegeven door het knipperen van de richtingaanwijzers en door het uitgaan
van de LED.
N.B.: Als wegens een storing in de standaardgeleverde afstandbediening het noodzakelijk is dat u de deuren ontgrendelt
met de mechanische sleutel, activeert het systeem een optisch/akoestisch alarm op het moment dat een deur geopend
wordt. Voer, om het alarm uit te schakelen, de handelingen uit die in het hoofdstuk "noodsituaties" beschreven staan.
Gedurende de eerste 25 seconden, nadat het alarm geactiveerd is, wordt elke vorm van braak aangegeven door middel
van het knipperen van de richtingaanwijzers en door een geluidssignaal. Als deze 25 seconden verlopen zijn, activeert
het systeem een prealarm. In dit geval zal elke stimulering een alarm genereren.
Het geactiveerde alarm controleert:
- het openen van de deuren, de bagageruimte en de motorkap;
- de binnenkant van de passagiersruimte met behulp van een volumetrische bescherming;
- het afkoppelen van de voeding door middel van een zelfvoedende accu die in de alarmcentrale ingebouwd is;
- startpogingen.
Het is mogelijk om aan de standaardbeveiligingen andere beveiligingen toe te voegen door optionele modules,
zoals aanrakingssensoren, sensoren tegen het opheffen of de automatische afsluiting van de ramen, aan te sluiten.
Check voertuig
Als op het moment van de activering van een alarmsysteem een deur, de motorkap of de bagageruimte open staat of niet
goed afgesloten is, kan het systeem de veiligheidsstandaard, waarvoor hij ontworpen is, niet garanderen. Hierom geeft het
alarmsysteem een aantal seconden na de activering deze storing aan met behulp van 4 korte geluidssignalen.
De sensoren uitsluiten
Als u uw voertuig met open ramen achter wilt laten, is het noodzakelijk dat u de ultrasone sensoren uitsluit.
Volg de hieronder beschreven en geïillustreerde procedure op om de volumetrische beveiliging uit te sluiten. Draai de star-
tsleutel tweemaal om (ON/OFF-ON/OFF). Sluit na de Beep van de centrale het voertuig binnen 20 sec. af met de originele
afstandbediening.
Een zeer snel knipperen tijdens de immuniteitsduur geeft de staat voor de activering met uitgesloten volumetrische bevei-
liging aan.
Optionele modules uitsluiten
Als u gedurende het vervoer op een ander vervoer- of vaarmiddel het voertuig wilt afsluiten door het alarm te activeren, is
het noodzakelijk dat u de eventueel aanwezige optionele modules (bijv. aanrakingssensoren en sensoren tegen opheff en) ui-
tsluit. Draai de startsleutel driemaal om (ON/OFF-ON/OFF-ON/OFF) om de optionele modules uit te sluiten. Sluit het voertuig
binnen 20 sec. af als de centrale een geluidssignaal geproduceerd heeft.
Een zeer snel knipperen tijdens de immuniteitsduur geeft de staat voor de activering met uitgesloten optionele modules aan.
N.B.: Voer, in het geval van voertuigen die niet met een sleutel opgestart worden, dezelfde procedure uit met behulp van de
startknop.
N.B.: De uitsluiting van de modules wordt keer op keer geactiveerd. De volgende keer dat u het alarm activeert, zullen de
ultrasone beveiligingen en de eventueel aanwezige optionele modules worden geactiveerd, tenzij u de hierboven beschre-
ven handeling uitvoert.
Brandend LED
Door middel van een brandend LED, geïnstalleerd op het
dashboard van het voertuig, is het mogelijk om informatie over
de staat van het alarmsysteem te krijgen.
N.B.: Lees de inhoud van het hoofdstuk "Alarmgeheugen"
door in het geval dat dit LED knippert nadat u het alarm ge-
deactiveerd heeft.
Alarmgeheugen
Na de deactivering van het alarm geven een aantal knipperin-
gen van de LED aan dat tijdens uw afwezigheid een of meedere
geluidsalarmen geactiveerd zijn. Raadpleeg de tabel om de oor-
zaak hiervan vast te stellen.
Het alarm herhaalt elke 6 seconden deze signalering tot het
dashboard van het voertuig geactiveerd wordt of u het alarm
weer inschakelt.
SIGNALERING VAN DE LED
Uit
Langzaam knipperen
Snel knipperen
Zeer snel
SIGNALERING VAN DE LED
1 FLASH
2 FLASH
3 FLASH
4 FLASH
5 FLASH
6 FLASH
7 FLASH
14
SIGNALERING STAAT VAN DE CENTRALE
Centrale gedeactiveerd
Geactiveerd en controleert
In beginimmuniteit
In beginimmuniteit en volumetrische beveiliging
uitgesloten
GEPRODUCEERD ALARMTYPE
Ultrasone beveiliging
Deuren
Motorkap
Koff erbak
Optionele modules
Dashboard
Stroomsensor

Publicidad

loading