NL
5.5 HANDMATIGE START/STOP
De pomp kan met de hand worden gestopt door op de START/STOP-knop te drukken: in deze conditie geeft het display afwisselend de
melding STOP weer. Tijdens de STOP is de module niet operationeel, tenzij de antiblokkeermodus actief is (parameter TAB - parameters
installateur 5.3.4). Als deze conditie actief is wordt dit op het display gesignaleerd met 'abl'.
Reeks START/STOP-toetsen, druk op de STOP-toets.
WAARSCHUWING
Druk opnieuw op de START/STOP-knop om de STOP-conditie af te sluiten
HOOFDSTUK 6
SIGNALERINGEN, ALARMEN EN FOUTEN
6.1 OVERZICHT (IN GEHEUGEN)
Volgorde van de toetsen:
Druk 5 seconden op de ESC-toets.
Druk op de MODE-toets om door de foutenlijst te lopen.
Druk op de STOP-toets om de tijd en de dag van de gebeurtenis weer te geven (bij een correct ingestelde klok).
6.2TABEL MELDINGEN
DISPLAY BERICHT
BESCHRIJVING
Melding van initialisatie
INIT
van het systeem.
Melding van een nieuwe
REIN
initialisatie van het
systeem.
Signalering blokkerende
INIB
ingreep.
RPC
Herstel configuratie.
REC
Signalering opslag in geheugen parameter.
RST
Signalering van totale reset.
RSE
Reset geheugen.
ESG
Reset geheugen uitgevoerd.
FAL
Einde alarm (in geheugen).
TOP
Maximaal vermogen aanvullende pomp.
ON
De aanvullende pomp werkt.
STB
Stand-by aanvullende pomp.
114
Deze conditie doet zich bij de eerste start
van het systeem voor of als de machine
lange tijd niet gevoed is geweest.
Deze conditie doet zich voor als de module
korte tijd niet gevoed wordt.
De signalering is een algemene
operationele conditie afkomstig van de
externe bediening die de blokkerende
ingang afsluit (NO – NC).
WERKZAAMHEID
Wacht de benodigde tijd op een verandering van de
toestand.
Controleer de externe blokkeerbediening
(bv.: schakelaar, vlotter, drukschakelaar).
De kaart is gereset. Dit kan zijn veroorzaakt door
een langdurige stroomuitval of door een druk op de
resettoets. De module behoudt alle geregistreerde
informatie behalve de instelling van de klok.
Het eeprom-geheugen is gereset (zie hoofdstuk 7.2).
De module keert terug naar de fabrieksinstellingen.
Bevestiging van de reset van het eeprom-geheugen
(zie hoofdstuk 7.2)
Signaleert het einde van een alarm.
De aanvullende pomp is ingeschakeld op de maximaal
mogelijke frequentie.
De aanvullende pomp is ingeschakeld en is bezig met
instellen.
De aanvullende pomp staat in stand-by.