Instellingen
WERKING MODE SELECTIE
Ontkoppel de voeding alvorens de DIP-schakelaars in te stellen: alle onderdelen staan onder
gevaarlijke netspanning.
Om de gewenste instelling te kiezen moet u het frontpaneel verwijderen en de DIP-schakelaar instellen.
1
Schakelaar 1:
ON
Kiest U voor 1...10V, dan hebben ingangsspanningen kleiner dan +/- 1V geen invloed en de lamp blijft
gedoofd.
OFF
Met deze instelling kiest u het regelspanningssbereik, ofwel 0....10V, dan begint de lamp reeds te branden vanaf
een ingangsspanning van enkele tientallen mV, en brand op max. lichtsterkte bij 10V.
Schakelaar 2:
Met deze instelling kiest U de snelheid waarop de een lichtsterkte wordt bereikt bij het wijzigen van de regelspanning.
OFF
De Lichtsterkte wijzigt onmiddellijk bij het variëren van de regelspanning.
ON
De dimmermodume brengt de lichtsterkte langzaam naar het nieuwe in te stellen niveau.
De max. tijd is 5 sec. (0
10
2
100%).