Instellingen
AFKORTEN
LET OP: Controleer of de motor van de machine uitgescha-
keld is voordat u de onderstaande instelwerkzaamheden
uitvoert.
Draaien van de tafelplaat (afb. 2)
De afkortzaag kan met de draaitafel naar links en rechts ge-
draaid worden. Met de schaalverdeling is een nauwkeurige
hoekinstelling mogelijk. De hoek van 0° tot 45 ° kan snel en
nauwkeurig worden gearrêteerd op 15°, 22,5° en 30°.
Om de draaitafel te verdraaien, moet u de borgschroef (21)
losdraaien en de zaageenheid aan de handgreep (20)
draaien tot de gewenste hoek is bereikt. Zet de machine
daarna vast met de borgschroef (21).
Schuin plaatsen van de zaageenheid (afb. 3)
De zaageenheid kan schuin worden geplaatst tot een hoek
van 45°.
Draai de handgreep (23) los aan de achterkant van de
machine en kantel de zaageenheid met behulp van de
schaalverdeling in de gewenste hoek. De hoek kan worden
bepaald met behulp van de schaalverdeling (24) en de
naald (25). Draai het handvat daarna weer vast.
Werkinstructies
Wanneer u alle hiervoor beschreven stappen hebt uitge-
voerd, kunt u beginnen met de werkzaamheden.
LET OP: Blijf altijd met uw handen uit de buurt van de ver-
werkingszones en kom hier in geen geval tijdens het zagen.
VASTZETTEN VAN HET WERKSTUK
Om het werkstuk vast te zetten, klemt u het met de werkstuk-
klem (10 - afb. 1) vast op de werktafel.
Afkorten (afb. 1, 1.3, 4)
Let op! De verschuifbare aanslagscheen (27a) moet voor
90° - afkortbewerking in de binnenste positie gefixeerd
worden.
• Open de borgschroef (27b) van de verschuifbare aan-
slagscheen (27a) met een inbussleutel en schuif de ver-
schuifbare aanslagscheen (27a) naar binnen.
• De verschuifbare aanslagscheen (27a) moet zover voor
de binnenste positie vastgezet worden, dat de afstand
tussen aanslagscheen (27a) en zaagblad (5) maximaal
8 mm bedraagt.
• Controleer voor de zaagsnede, dat tussen de aanslag-
scheen (27a) en het zaagblad (5) geen botsing mogelijk
is.
• De borgschroef (27b) weer aandraaien.
• Ontgrendel de blokkeerknop (26).
• Til de zaageenheid aan het handvat (2) omhoog totdat
hij in de bovenste stand vastklikt.
• Druk het werkstuk gelijkmatig tegen de aanslaglijsten
(27) en let erop dat uw handen zich buiten de verwer-
kingszone van het zaagblad bevinden.
• Het materiaal met de spaninrichting (10) op de vast-
staande zaagtafel vastzetten, om verschuiven tijdens het
zagen te voorkomen.
• Houd uw rechterhand aan de handgreep (2) en druk op
de blokkeerhendel (3) zodat de zaageenheid naar be-
neden kan worden bewogen.
• De motor gaat draaien wanneer u de startknop (1) in-
drukt.
• Beweeg het zaagblad langzaam naar het werkstuk en
zaag het door met matige druk.
• Na het zaagwerk de machinekop weer in de bovenste
ruststand brengen en de in,- uitschakelaar (1) loslaten.
Let op! Door de terughaalveer slaat de machine auto-
matisch naar boven. De handgreep (2) na de zaagbe-
werking niet loslaten, maar de machinekop langzaam en
onder lichte tegendruk naar boven bewegen.
Versteksnede 0°- 45° (fig. 1, 1.3, 3)
Met de kapzaag kunnen versteksnedes naar links van 0°-
45° ten opzichte van het werkvlak worden uitgevoerd.
Let op! De verschuifbare aanslagscheen (27a) moet voor
versteksnedes (schuin staande zaagkop) in de buitenste
positie gefixeerd worden.
• Open de borgschroef (27b) van de verschuifbare aanslag-
scheen (27a) en schuif de verschuifbare aanslagscheen
(27a) naar buiten.
• De verschuifbare aanslagscheen (27a) moet zover voor
de binnenste positie vastgezet worden, dat de afstand
tussen aanslagscheen (27a) en zaagblad (5) minstens 8
mm bedraagt.
• Controleer voor de zaagsnede, dat tussen de aanslag-
scheen (27a) en het zaagblad (5) geen botsing mogelijk
is.
• De borgschroef (27b) weer aandraaien.
• De machinekop in de bovenste stand brengen.
• De draaitafel (9) op de 0°-stand fixeren.
• De borgschroef (23) losdraaien en met de handgreep (2)
de machinekop naar links, schuin plaatsen, tot de naald (25)
naar de gewenste hoek van de schaal (24) wijst.
• De borgschroef (23) weer vastdraaien.
• De bewerking uitvoeren als onder het punt Afkorten
beschreven.
Zaagblad vervangen (afb. 5)
• Neem de stekker uit het stopcontact.
• Breng de zaageenheid in de stand „Afkorten".
• Ontgrendel de beweegbare zaagbladbescherming (6)
door de blokkering (3 - afb. 1) in te drukken en til daarbij
de zaagbladbescherming zodanig op dat het zaagblad
vrijkomt.
• Druk de spilarrêtering (22 - afb. 3) in.
• Draai de zaagbladbevestigingsbout (28) los (let op:
linkse schroefdraad).
• Verwijder de bout (28) en de zaagbladflens (29).
• Neem het zaagblad voorzichtig uit (gevaar voor letsel
door zaagbladtanden).
• Plaats het nieuwe zaagblad op de binnenste zaagblad-
flens. Let daarbij op de draairichting van het zaagblad.
• Plaats de buitenste zaagbladflens en draai de bout ste-
vig vast.
• Breng de zaagbladbeveiliging weer in de juiste stand.
NL/BE
41