Duw het werkstuk glad tegen de geleider en de draaitafel.
Positioneer het werkstuk op de gewenste zaagpositie en
zet het stevig vast door de knop van de bankschroef vast
te draaien.
WAARSCHUWING:
• Het werkstuk moet bij ieder gebruik met behulp van
de bankschroef stevig worden vastgeklemd op de
draaitafel en tegen de geleider. Als het werkstuk niet
goed wordt vastgezet tegen de geleider, kan het tijdens
het zagen bewegen en zo het zaagblad beschadigen of
materiaal wegslingeren met mogelijk controleverlies en
ernstige verwondingen tot gevolg.
Horizontale bankschroef (los
verkrijgbaar) (zie afb. 34)
De horizontale bankschroef kan op twee plaatsen worden
aangebracht, aan de linkerkant of aan de rechterkant van
de draaitafel Als u horizontaal-verstekzaagt onder een
hoek van 10° of meer, plaatst u de horizontale
bankschroef aan de tegenovergestelde kant van de
richting waarin de draaitafel wordt gedraaid. (zie afb. 35)
Door de moer van de bankschroef naar links te kantelen,
wordt de bankschroef ontgrendeld en kan deze snel naar
voren en achteren worden getrokken. Om het werkstuk
vast te klemmen, duwt u de knop van de bankschroef
naar voren tot de drukplaat van de bankschroef tegen het
werkstuk komt, en kantelt u de moer van de bankschroef
naar rechts. Draai daarna de knop van de bankschroef
naar rechts om het werkstuk vast te klemmen.
De maximumbreedte van het werkstuk dat door de
horizontale bankschroef kan worden vastgeklemd is
215 mm.
WAARSCHUWING:
• Draai de bankschroefmoer altijd rechtsom tot het
werkstuk goed vastzit. Als het werkstuk niet goed
wordt vastgezet, kan het tijdens het zagen bewegen en
zo het zaagblad beschadigen of materiaal
wegslingeren met mogelijk controleverlies en ernstige
verwondingen tot gevolg.
• Bij het zagen van een dun werkstuk, zoals een plint,
tegen de geleider, gebruikt u altijd de horizontale
spanschroef.
Werkstuksteunen (zie afb. 36)
De werkstuksteunen kunnen zowel aan de linkerkant als
aan de rechterkant worden aangebracht om het werkstuk
op handige wijze horizontaal te houden. Steek de stangen
van de werkstuksteun helemaal in de gaten in de voeten
van het gereedschap Zet de werkstuksteunen vervolgens
stevig vast met de schroeven.
WAARSCHUWING:
• Ondersteun altijd een lang werkstuk zodat het
gelijk zit met de bovenkant van de draaitafel om
precies te kunnen zagen en gevaarlijk
controleverlies te voorkomen. Door het werkstuk
goed te ondersteunen, voorkomt men dat het zaagblad
vastloopt en terugslag veroorzaakt met mogelijk
ernstige verwondingen tot gevolg.
66
GEBRUIK
KENNISGEVING:
• Vergeet niet vóór gebruik de handgreep te
ontgrendelen uit de onderste stand door aan de
vergrendelpen te trekken.
• Oefen geen grote druk uit op de handgreep tijdens het
zagen. Een te hoge kracht kan leiden tot overbelasting
van de motor en/of minder efficiënt zagen. Duw de
handgreep met net voldoende kracht omlaag als nodig
is om soepel te zagen zonder dat de snelheid van het
zaagblad aanmerkelijk lager wordt.
• Duw de handgreep voorzichtig omlaag om de
zaagsnede te maken. Als u de handgreep met kracht
omlaag duwt of als laterale kracht wordt uitgeoefend,
zal het zaagblad trillen en een streep (brandplek) op
het werkstuk achterlaten, en zal de nauwkeurigheid
van de zaagsnede eronder lijden.
• Duw bij het schuivend zagen de slede voorzichtig naar
de geleider zonder te stoppen. Als tijdens het zagen
het schuiven van de slede wordt onderbroken, zal op
het werkstuk een streep worden achtergelaten en zal
de nauwkeurigheid van de zaagsnede eronder lijden.
WAARSCHUWING:
• Zorg ervoor dat het zaagblad het werkstuk niet
raakt, enz., voordat u het gereedschap inschakelt.
Het gereedschap inschakelen terwijl het zaagblad het
werkstuk raakt, kan terugslag veroorzaken met
mogelijk ernstige verwondingen tot gevolg.
1. Rechtzagen (zagen van kleine werkstukken) (zie
afb. 37)
Werkstukken tot 91 mm hoog en 70 mm breed kunnen
als volgt worden gezaagd.
Duw de slede helemaal naar de geleider en draai de
borgschroef rechtsom vast om de slede te
vergrendelen. Zet het werkstuk goed vast met een
geschikte bankschroef. Schakel het gereedschap in
zonder dat het zaagblad iets raakt en wacht tot het
zaagblad op volle snelheid draait voordat u het
omlaag brengt. Breng vervolgens de handgreep
voorzichtig helemaal omlaag om het werkstuk te
zagen. Nadat het zagen klaar is, schakelt u het
gereedschap uit en WACHT U TOTDAT HET
ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN voordat u het zaagblad omhoog brengt tot
in de hoogste stand.
WAARSCHUWING:
• Draai de knop stevig rechtsom zodat de draaitafel
tijdens het zagen niet kan bewegen. Een
onvoldoende aangedraaide knop kan terugslag
veroorzaken met mogelijk ernstige verwondingen tot
gevolg.
2. Schuivend (duwend) zagen (zagen van brede
werkstukken) (zie afb. 38)
Draai de borgmoer linksom los zodat de slede vrij kan
schuiven. Zet het werkstuk vast met een geschikte
bankschroef. Trek de slede helemaal naar u toe.
Schakel het gereedschap in zonder dat het zaagblad
iets raakt en wacht tot het zaagblad op volle snelheid
draait. Breng de handgreep omlaag en DUW DE
SLEDE NAAR DE GELEIDER EN ZAAG DOOR HET
WERKSTUK. Nadat het zagen klaar is, schakelt u het