Nederlands
Technische gegevens
Opgenomen vermogen
Afgegeven vermogen
Toerental onbelast/belast t.p.m.
Slijpschijven-
max.
voor afbraam- en doorslijpschijven
toegelaten tot max. omtrekssnelheid
Inspangat van de schijf
Spanschroefdraad van de as
Gewicht
Gebruik
De haakse slijpmachine is universeel bruikbaar voor het
snijden en bewerken van metaal en gesteente. Gebruik
uitsluitend snij- en slijpmiddelen die voor machines met
hoge toerentallen toegelaten zijn.
Veiligheidsrichtlijnen en ongevallenpreventie
Lees voor u de machine in bedrijf stelt de gebruiksaanwij-
zing helemaal door. Neem de veiligheidsrichtlijnen in
deze gebruiksaanwijzing in acht alsook de algemene vei-
ligheidsvoorschriften voor elektrisch gereedschap in
het hierbij ingesloten boekje.
Voorschriften ter voorkoming van ongevallen
(DIN 66069 en EN 68)
Neem a.u.b. beslist de volgende punten in acht:
1. Slijpschijven steeds zo bewaren, dat ze tegen be-
schadigingen beschermd zijn.
2. Er mogen alleen met vezelstof versterkte of dia-
manten slijp- en doorslijpschijven gebruikt worden
(max.
zie typeplaatje).
3. De gebruikte slijpschijven enz. moeten de goedkeu-
ring voor een omtreksnelheid van 80 m/s hebben!
Formule: d 3,14 n = m/s
60000
d
= doorsnede van de slijpschijf in mm
n
= toerental belast t.p.m. (zie typeplaatje)
m/s = meter per seconde
Voorbeeld voor slijpschijf 125 mm
toerental van 10000 t.p.m.:
125 3,14 10000 = 65,41 m/s
60000
d.w.z. de omtreksnelheid op het toestel is kleiner
dan de toegestane max. omtreksnelheid van de sli-
jpschijf. De slijpschijf kan dus gebruikt worden.
4. Slijpdelen mogen in geen geval gebruikt worden met
een toerental dat hoger is dan het door de fabrikant
van het slijpdeel opgegeven toerental in t.p.m.
5. Bij werkzaamheden met de haakse slijper moet
steeds een oogbescherming gebruikt worden (vei-
ligheidsbril)!
6. Voor het opspannen van de slijpschijven mogen al-
leen spanflenzen met dezelfde grootte en vorm ge-
bruikt worden. Neem a.u.b. de tips voor het gebruik
van de spanflens in de gebruiksaanwijzing in acht.
Tussenlagen mogen op conische of krukvormige
slijpschijven niet gebruikt worden.
7. Tijdens het opspannen van uitgespaarde slijpdelen
moet de doorsnede van de spanflens minimaal
5 mm kleiner zijn dan de doorsnede van het platte
uitsparingsvlak van het slijpdeel; daarbij mag de
spanflens niet op de overgangsradius van de uit-
sparing drukken.
8. De opnameboring van slijpdelen mag in verband
met het daarmee verbonden breukgevaar niet ach-
teraf opengeboord worden.
900 watt
480 watt
4500–11500
125 mm
80 m/s
22 mm
M 14
1,75 kg
bij een belast
9. De slijpdelen moeten iets kunnen bewegen, maar
niet te los op de as zitten. De spanmoer mag maar
zo ver vastgedraaid worden, dat de slijpdelen vast-
gehouden wordt.
10. Een nieuw slijpdeel en elk slijpdeel dat opnieuw ge-
monteerd wordt, moet in de vrijloop een halve mi-
nuut op de machine lopen waarop hij gebruikt moet
worden. Bedienings- en ander personeel moet tij-
dens het proefdraaien buiten de gevarenzone
staan.
11. Slijpdelen mogen niet door aandrukken van de om-
trek of van de kopse kant van het slijpdeel tot stil-
stand gebracht worden.
12. Bij het plaatsen van flenzen mag een evt. voorhan-
den bus niet zodanig over de zijkanten van de slijp-
delen uitsteken, dat deze de flens aanraakt. De bus
moet dik genoeg zijn, om te garanderen dat ze in de
slijpdeelboring vast zit.
13. Doorslijpen en slijpen alleen met gemonteerde be-
schermkap!
14. Voor elk verwisselen van de slijpschijf beslist de
stekker uit het stopcontact trekken!
15. Het extra handvat dient voor uw eigen veiligheid.
Werk met gemonteerd extra handvat.
16. Het bij de bewerking van steen met kristallijne kie-
zelzuren ontstane stof is gevaarlijk voor de gezond-
heid.
17. Asbesthoudend materiaal mag niet geslepen wor-
den. Neem de desbetreffende voorschriften ter
voorkoming van ongevallen in acht.
18. Voor dit toestel gelden bovendien de apart bijge-
voegde veiligheidstips, die wij dringend aanbevelen.
19. Stopcontacten in open lucht moeten door een ver-
liesstroomschakelaar (FI-) beveiligd zijn.
20. Om de machine te markeren mag er niet in het huis
geboord worden. De veiligheidsisolatie wordt daar-
door overbrugd. Gebruik daar stickers voor.
21. Snoer steeds naar achteren, van de machine weg
geleiden.
Dubbele isolatie
Onze machines zijn in het belang van een zo groot moge-
lijke veiligheid in overeenstemming met de Europese voor-
schriften (EN-normen) geconstrueerd. Dubbel geïsoleerde
machines dragen steeds het internationale symbool
Die machines moeten niet geaard worden. Een tweeadrige
snoer volstaat.
De machines zijn ontstoord conform EN 55014.
Inbedrijfstelling
Controleer voor de inbedrijfstelling of de netspanning met de
gegevens op het typeplaatje van de machine overeenstemt.
1
In- en uitschakelen van de machine
Door de schakelring (1) in de richting van de pijl te draaien,
wordt de machine in werking gezet. Aan het einde van het
draaibereik klikt het tuimelhandel (2) automatisch vast.
Drukken op de uitgeklapte voorkant (3) van het tuimelhan-
del (2) zorgt ervoor, dat dit in werking treedt en de schakel-
ring (1) automatisch in de uitgangspositie terugdraait. De
machine komt tot stilstand.
Dubbelfase-regelelektronica met elektronische bewa-
king van de motorbeveiliging
In deze dubbelfase-elektronica zijn de volgende voordelen
geïntegreerd:
Langzame aanloop
De aanloopstroombegrenzing reduceert de inschakel-
stroom. Het toerental van motor stijgt langzaam tot het in-
gestelde toerental, daardoor wordt de gebruiker en de
aandrijving ontzien en wordt de levensduur van de ma-
chine verlengd.
.