NL
14
WERKINGSPRINCIPE
De brander BG 2000-S is uitgerust met een gasklep – venturi, de branderautomaat, een ventilator, een
branderstaaf, ontstekingselektrode en een ionisatiepen.
CONTROLE VAN HET GASMENGSEL
De ventilator zuigt de lucht via de venturi aan. Hierdoor anstaat een onderdruk
van de gasklep gaat vervolgens reageren om een verschil in stand te houden gelijk aan de regeling van de
offset tussen de druk aan de uitgang van de gasklep
Als het luchtdebiet vermindert, verhoogt P1; hetzelfde geldt voor P2; men heeft dus P2 > P3; de regelaar R
wordt naar boven verplaatst zodat de gelijkheid P2- offset = P3 hersteld wordt; de druk P4 vermindert en het
ventiel C verplaatst zich naar beneden: het gasdebiet vermindert.
Men heeft dus, op de regeling van de offset na, een verhouding van luchtdruk – gas gelijk aan 1 en dit ongeacht
de rotatiestnelheid van de ventilator.
Het drukverschil tussen de venturi en de uitgang van de gasklep leidt vervolgens tot een aanzuiging van gas
doorheen de venturi.
De regelschroef van het gasdebiet laat toe om de hoeveelheid te injecteren gas voor een bepaald luchtdebiet
te regelen. Dit zal bepalend zijn voor het % CO
vermogen te regelen door de rotatiestnelheid van de ventilator en het CO
ONTSTEKING EN VLAMCONTROLE
De branderautomaat S 4565 AD 2080 waarborgt zowel de ontsteking van de brander, door de vonken aan de
ontstekingselektrode, als de effectieve aanwezigheid van de vlam door de meting van de ionisatiestroom.
De opstartcyclus is in de onderstaande tabel weergegeven:
Zodra de ketelthermostaat in warmterraag kant, start de ventilator; na 15 seconden voorbeluchting, wordt de
gasklep gelijktijdig geopend met de ontsteking. Als een ionisatiestroom voldoet binnen 5 seconden, wordt de
cyclus normaal voortgezet tot het einde van de vraag. Indien dit niet het geval is, wordt de gasklep gesloten en de
ventilator stilgelegd. De brander is in storing. Het is vervolgens nodig om de brander manueel terug in te schake-
len (reset) voor een nieuwe startpoging.
PRINCIPE SCHEMA
(afbeelding D)
1. Lucht
3. Venturi
2. Gas
4. Ventilator
BRANDERSTAAF
(afbeeldingen E / F / G)
Het mengsel van lucht en gas en wordt daarna in de branderstaaf gestuurd en de verbranding wordt op een
meer uniforme manier verdeeld aan de omtrek van deze laatste.
De BG 2000-S is uitgerust met drie types branderstaven: twee zijn gerealiseerd in roestvrij staal
voor vermogens onder de 60 kW, de andere
dat een betere verdeling van de vlam waarborgt, dit leidt tot een langere levensduur en tot een minder
vervuilende emissie.
(afbeelding D)
en de atmosferische druk
(P2)
in de rookgassen. Het is dus bijzonder eenvoudig om een
2
15s
5s
5. Regelschroef van de offset
6. Regelschroef van het gasdebiet (CO
zijn overtrokken met een metaal weefsel (NIT)
(afbeeldingen F / G)
in de venturi. De regelaar
(P1)
: P2 - P3 = offset.
(P3)
op bepaalde waarden in te stellen.
2
Ionisatie
Ontsteking
Opening gasklep
Ventilator
Thermostaat
7. Mengsel lucht - gas
)
2
(afbeelding E)