31. Geleidingstang
32. Inkepingen geleidingstang
33. Geleidingsblokken
34. Geleidingsindicator
35. Micro-instelknop geleiding
36. Spantang
37. Rolgeleiding
38. Rolgeleidingswiel
39. Hoogte-instelknop rolgeleiding
40. Cirkelgeleiding
41. Vleugelmoer cirkelgeleiding
42. Bevestiging cirkelgeleidingsstang
43. Geleidingsmofplaat (30 mm)
44. Schroeven (x 3)
Gebruiksdoel
Draagbare, via het netwerk gevoede, 1/2" bovenfrees voor het frezen van profielen, groeven, randen en
langwerpige gaten in natuurlijk en kunstmatig hout. Compatibel met leibussen en mallen voor het frezen
van vormen en het volgen van patronen. Tevens geschikt voor stationaire montage op een geschikt
freestafelsysteem.
Het uitpakken van uw gereedschap
• Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle kenmerken en functies vertrouwd
raakt
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Als er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn, zorg dan dat deze vervangen worden voor u dit toestel / gereedschap gebruikt
Voorafgaand aan het gebruik
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het gereedschap is losgekoppeld van de voeding alvorens accessoires
aan te brengen of te vervangen, of alvorens aanpassingen door te voeren.
Stofafvoer
WAARSCHUWING: Verbind de bovenfrees steeds met een geschikte stofzuiger of met een
stofafvoersysteem indien het geproduceerde stof schadelijke substanties omvat, zoals deeltjes van oude verf,
vernis, coatings, enzovoort. Voer het schadelijke stof STEEDS af in overeenstemming met de van kracht zijnde
wetgeving en regelgeving.
WAARSCHUWING: Neem speciale voorzorgsmaatregelen tegen schadelijk en toxisch stof wanneer
oppervlakken worden gerout die geverfd zijn met verf op loodbasis, houtsoorten en metalen, meer bepaald
indien u niet zeker bent van de werkelijk aanwezige substanties. Alle personen die de werkruimte betreden,
dienen een masker te dragen dat speciaal ontworpen is als bescherming tegen het toxische stof en tegen de
toxische dampen. Kinderen en zwangere vrouwen mogen de werkruimte NIET betreden. Eet, drink, of rook
NIET in de werkruimte.
BELANGRIJK: Het is van essentieel belang dat de correcte maatregelen worden genomen om te voorkomen
dat stof in de motor en in andere interne mechanismen van dit gereedschap dringt. Het niet naleven hiervan
kan de levensduur en de werking van deze bovenfrees ernstig negatief beïnvloeden.
Dit kan gebeuren door de stofafvoerconnector (23) te verbinden met de bovenfrees en door een geschikt
stofafvoersysteem aan te sluiten.
Verbinden van de stofafvoerconnector
1. Indien de bovenfrees zich in de neergelaten positie bevindt, breng hem dan omhoog (zie "Aanpassen van
de insteekdiepte")
2. Leg de bovenfrees neer op de zijde ervan
3. Verwijder de drie schroeven (44) van de stofafvoerconnector
4. Positioneer de stofafvoerconnector op het gereedschap (afbeelding A)
5. Verbind de stofafvoerconnector door de schroeven aan te brengen door de basisplaat (14) en door ze in de
stofavoerconnector te schroeven (afbeelding B)
Opmerking: Wanneer gebruik wordt gemaakt van de geleidingsmofplaat (43) zal deze verbonden dienen te
worden tussen de stofafvoerconnector en de basisplaat
Aanbrengen van een spantang
• De bovenfrees wordt geleverd met drie verschillende spantangen (25), ½", ¼" en 8 mm.
• Om één van deze spantangen te installeren:
1. Indien de bovenfrees zich in de neergelaten positie bevindt, breng hem dan omhoog (zie "Aanpassen van
de insteekdiepte")
2. Schroef de spantang met de hand op de as (afbeelding C)
Opmerking: Span hem niet volledig aan omdat dit de spantang zal sluiten en omdat daardoor het aanbrengen
van een freesbit onmogelijk wordt gemaakt en de spantang verbogen en beschadigd zou kunnen worden.
BELANGRIJK: Maak STEEDS gebruik van de juiste spantangmaat voor het gebruikte frees bit
Aanbrengen van een frees bit
WAARSCHUWING: Draag beschermende handschoenen wanneer u frees bits aanbrengt of verwijdert; de
bits hebben zeer scherpe randen.
• Om een freesbit te installeren:
1. Los de spantang met behulp van de spantang steeksleutel (27) (afbeelding D)
2. Plaats het frees bit in de spantang, waarbij ervoor gezorgd dient te worden dat ten minste 20 mm of de
helft van de as (welke van de waarde die groter is) in de spantang is gestoken.
3. De spantang kan vervolgens aangespannen worden met behulp van de spantang steeksleutel
BELANGRIJK: Span de spantang NIET overmatig aan omdat dit de spantang of het interne mechanisme van
het gereedschap zou kunnen beschadigen.
Aanbrengen van de parallelgeleiding
• Wanneer een groef of een afschuining dient aangebracht te worden, zal het gebruik van de
parallelgeleiding (30) helpen bij het maken van nauwkeurige sneden
1. Configureer de parallelgeleiding zoals weergegeven (zie afb. E)
2. Breng de geleidingstangen (31) aan in de sleuven (17 & 24) aan de vereiste zijde. Plaats de inkepingen
(32) van de geleidingstang onder de vergrendelknoppen (16 en 18) van de geleidingstang om een veilige
installatie in de basis te verzekeren
3. Los de vergrendelknoppen (28) van het geleidingsblok en die (29) van de geleidingstang, en schuif de
parallelgeleiding naar de geschatte vereiste positie ten opzichte van de cutter (meet indien nodig) en span
de vergrendelknoppen (28) van het geleidingsblok opnieuw aan.
4. Gebruik de micro-instelknop (35) van de geleiding en de geleidingsindicator (34) om kleine aanpassingen
door te voeren (Afb. F). Elke schaalverdeling stemt ongeveer overeen met 0,1 mm. Zodra de juiste positie is
ingesteld, spant men de vergrendelknoppen (28) van de geleidingstang weer aan.
5. Voer de definitieve meting uit vanaf het centrum van de cutter tot aan de rand van de parallelgeleiding (30)
6. Wanneer men de snede maakt, dient men de verticale rand van de parallelgeleiding tegen de rand van het
werkstuk te houden (Afb. I)
Aanbrengen van de cirkelgeleiding
• De cirkelgeleiding (40) maakt het nauwkeurig aanbrengen mogelijk van cirkelvormige en boogvormige
sneden
1. Plaats een geleidingstang (31) in de achterste rechter geleidingstangsleuf (24)
2. Plaats de montage voor de cirkelgeleidingstang (42) op het einde van de geleidingstang (Afbeelding G)
3. Pas de geleidingstang aan aan de vereiste lengte en span de vergrendelknop (18) van de geleidingstang
aan.
4. Positioneer de schroef en de vleugelmoer van de cirkelgeleiding (41) op de cirkelgeleidingsschroef zoals
vereist in functie van de wijze waarop u de cirkelgeleiding zal verankeren. De vleugelmoer kan gebruikt
worden om de nodige hoogte te creëren voor het werkstuk of om de cirkelgeleiding op het werkstuk te
bevestigen wanneer ze onder het werkstuk en aan het einde van de schroefdraad wordt geplaatst.
5. Zorg ervoor dat het cirkelgeleidingsgeheel stevig op de geleidingstang wordt gehouden door de schroefkop
of de vleugelmoer aan te spannen, zodat het cirkelgeleidingsgeheel is samengedrukt en stevig op de
geleidingstang is aangebracht.
6. Pas de positie van de geleidingstang aan in de geleidingstangmontage in functie van de vereiste lengte
(straal) vanuit de ankerpositie tot aan het middelpunt van de freesbit.
7. Zorg ervoor dat het ankerpunt stevig is, en voer de vereiste snede uit terwijl u de router stevig met beide
handen vasthoudt (Afb. II)
BELANGRIJK: Let op de snijrichting die is terug te vinden in Afb. II. Het is van belang dat de snede wordt
uitgevoerd met een beweging in wijzerzin rond het draaipunt, zoals weergegeven.
17
NL