10 Inbedrijfneming
11 Schoonmaken en onderhoud
11.1 Schoonmaken
085 408 025b
•
De temperatuur van het koelaggregaat moet minstens 15 °C zijn voordat het in gebruik
genomen mag worden.
•
De omgevingstemperatuur en de temperatuur in de schakelkast moeten in overeen-
stemming zijn met de gespecificeerde waarden op het merkblad.
•
De thermostaat wordt in de fabriek op 35 °C afgesteld. Als de temperatuur in de scha-
kelkast niet binnen de op het merkblad aangegeven grenzen ingesteld wordt, dan ver-
valt het recht op garantie.
Oppassen! De warmteproductie van de compressor is te gering.
De behuizing van het koelaggregaat mag niet weggenomen worden als het systeem in
werking is. De warmteproductie van de compressor zou dan te gering zijn en er zou scha-
de aan het apparaat kunnen ontstaan.
Zodra het apparaat aan het elektriciteitsnet aangesloten is, begint de ventilator voor het
interne circuit te draaien. Zodra de koeling aanslaat (thermostaat gaat aan), begint ook de
ventilator voor het externe circuit te draaien.
•
Na de inbedrijfneming en eens dat het systeem in werking is, moet er gecontroleerd
worden of het condensatiewater vrij kan wegstromen.
Gevaar!
Als het koelaggregaat schoongemaakt of gerepareerd moet worden, dan moet het eerst
van het voedingsnet losgekoppeld worden . Het betreffende onderdeel moet appart ge-
aard worden. Als er toch gewerkt moet worden terwijl de spanning aanstaat, dan moet er
steeds een tweede persoon in de buurt zijn die, in geval van gevaar, de hoofdschakelaar
onmiddellijk uit moet zetten.
De frequentie waarmee het apparaat schoongemaakt moet worden hangt grotendeels af
van de omstandigheden waarin er gewerkt wordt. Let vooral op:
•
Maak de compressor regelmatig schoon.
•
De compressor met een zachte kwast of met perslucht schoonmaken.
U gaat daarbij als volgt tewerk:
1) het koelaggregaat uitzetten.
2) het koelaggregaat van het voedingsnet loskoppelen.
3) het koelaggregaat demonteren.
4) het koelaggregaat op een geschikte ondergrond plaatsen. Deze waarschuwing geldt
voornamelijk voor apparaten waarbij de afvoertuit aan de onderkant uitsteekt.
5) de condensor schoonmaken.
Oppassen!
De elektrische onderdelen moeten tegen opspattend, indringend water afgeschermd wor-
den.
Oppassen! Beschadigen van de lamellen.
Het gebruik van scherpe of puntige voorwerpen is niet toegestaan. Bij het schoonmaken
moet erop gelet worden dat de lamellen niet verbogen of beschadigd worden.
•
Bij koelaggregaten die met een primair filter uitgerust zijn, moet het filterpatroon op
regelmatige tijdstippen schoongemaakt worden. Het interval waarin dit moet gebeu-
ren, hangt voornamelijk af van omgevingsfactoren zoals; de vervuilingsgraad van de
lucht.
43