Uitleg van de tekeningen:
nr. 4 (gat met 18 mm diameter)
- Boor de gaten uit vanuit de buitenkant van de bumper. Werk de gaten vanuit de
binnenkant af. Eventuele bramen verwijderen en de gaten afwerken.
nr. 5 (plaatsing sensoren)
- De sensoren volgens de kleur plaatsen: buitenste - blauw; binnenste - zwart. Let op,
zij mogen niet worden omgewisseld.
nr. 7 (bevestigen van geleidraden van parkeersensoren)
- Bevestig de geleidraden tegen de dwarsligger (eventueel tegen de drager van de
koppelinrichting) m.b.v. de spanbandjes, zodanig dat het einde met de connector
ca 20 cm lang los blijft. Op de plaats van het contact van de geleidraden van par-
keersensoren met de dwarsligger het beschermende strookje 25 x 100 mm opplak-
ken, om de beschadiging van de geleidraden te voorkomen.
nr. 9 - 10a, 10b (bevestiging van de weergever)
- Maak (in de middenlijn van de wagen) het plafond los vanuit de dichting van de
achterklep en buig het af. Maak met een geschikt gereedschap een gat precies te-
genover het gat in de versteviging van het dak van de wagen. Plaats de weergever
op het plafond zodanig dat de LED diode in de richting van het interieur staat. Maak
met een geschikt gereedschap een gaatje op de plaats, waardoor de geleidraad van
de weergever wordt getrokken.
- De geleider van de weergever door het klaargemaakte gat doortrekken en de weer-
gever bevestigen. Trek de geleidraad van de weergever in de richting van de C- stijl
aan de passagierskant en verder omlaag langs de stijl in de beschermkoker van de
originele elektrische installatie van de wagen. De geleidraad met beschermende
bandjes 15 x 50 mm fixeren.
- Wikkel het beschermende bandje 40 x 300 mm om de geleidraad van de weergever
en de voedingsdraad van de park distance control heen en trek het compleet door
tot de besturingseenheid van de park distance control (opgeplakt op de wielkast)
- fig. 12a, 12b.
nr. 13 (aansluiting van de geleidraad vanuit de koppelinrichting)
- Als er op de wagen een koppelinrichting is gemonteerd, maak de paarse geleidraad
los en verwijder de connector van de geleidraad uit de bundel koppelinrichting.
- Verbind het einde van de paarse geleidraad van de koppelinrichting door m.b.v. het
verbindbuisje (uit het servicekoffertje) met de paarse geleidraad uit de set van de
parking distance control.
- Sluit de geleidraad aan op de klem van de besturingseenheid (A) van de parking
distance control - PIN 19.
Opmerking
- PIN 20 van de besturingseenheid van de parking distance control – uitgang dient
voor het dempen van de autoradio (actief „-").
NL