3 AANWIJZINGEN OVER DE
PRODUCTVEILIGHEID
Algemeen geldt:
Personen met beperkte verstandelijke, lichamelijke of zintuig-
lijke vermogens en kinderen herkennen de gevaren niet die
bij de omgang met het inhalatieapparaat en de onderdelen
ervan kunnen ontstaan. Laat nooit iemand van deze groep
personen zonder toezicht met het inhalatieapparaat. Er
bestaat bijvoorbeeld het risico dat onderdelen worden inge-
slikt en daardoor de luchtwegen worden geblokkeerd, dat
onderdelen worden stuk- of doorgebeten of dat het inhalatie-
apparaat met de aansluitslang of het netsnoer van de tafel
wordt getrokken. Bovendien bestaat er gevaar voor wurging
met de aansluitslang of het netsnoer. Let er daarom op dat u
de compressor, de vernevelaar en het toebehoren steeds bui-
ten bereik van baby's en peuters bewaart.
Neem bij het gebruik van de vernevelaar principieel de alge-
mene hygiënische voorschriften in acht, zoals goed de han-
den wassen en zo nodig desinfectie (zie hoofdstuk
"Hygiënische maatregelen voor hergebruik", pagina 188),
voordat u de inhalatie start.
Gebruik met de INQUA
latietherapie geschikte medicamenten in vloeibare vorm, die
met een op perslucht werkend inhalatieapparaat mogen wor-
den gebruikt. Voor de keuze en het gebruik van de medica-
menten dient u uw arts of apotheker te raadplegen.
In het algemeen ongeschikt voor gebruik in inhalatieappara-
ten zijn: hoestdrankjes, gorgeloplossingen, balsemprepara-
ten, geneeskrachtige kruidenoliën en druppels die worden
gebruikt als insmeermiddel of als badtoevoeging. De inhalatie
178
®
vernevelaar uitsluitend voor de inha-