NL
•
Let goed op dat de flensmoer (17) goed wordt
geplaatst: De kant met de kraag moet goed
passen, de platte kant moet naar boven zijn
gericht.
•
Maak de asvergrendeling los en controleer of
de as vrij kan draaien.
•
Monteer de bodemplaat (20) weer en bevestig
de 4 schroeven.
Let erop dat de bovenkant van de
bodemplaat stevig gesloten is voordat u
met de machine gaat werken.
Montage van de stofzak
Fig. A
U kunt de stofzak (13) gebruiken voor het
afzuigen van stof. Sluit de aansluiting voor de
stofzak (12) aan op de machine, bevestig hierna
de stofzak (13). Maak de stofzak regelmatig leeg,
zodat de vacuümwerking blijft functioneren.
Er kan ook direct een stofzuiger worden
aangesloten op de aansluiting voor de stofzak als
het gebruik van een stofzuiger uw voorkeur heeft.
5. Bediening
Gebruik de asvergrendeling nooit bij
een draaiende machine.
In en uitschakelen
Fig. A
•
Schuif de aan-/uitschakelaar naar voren om
de machine in te schakelen (1).
•
Als u de machine uit wilt zetten, hoeft u de
aan/uitschakelaar alleen maar in te drukken
(1), waarna de schakelaar automatisch naar
de uitstand schuift.
Probeer de motor nooit met de
asvergrendeling te stoppen.
Het aftekenen van het werkstuk
Fig. E
Teken het werkstuk als volgt af, voordat u met de
lamellendeuvelfrees begint.
•
Plaats de twee werkstukken met de twee
zijkanten die aan elkaar moeten worden
bevestigd tegen elkaar aan
•
Klem de twee werkstukken en markeer het
midden van de groef door een rechte lijn te
trekken
18
•
Er zijn verschillende lamellendeuvels nodig
voor grotere werkstukken. De afstand tussen
twee lijnen moet ten minste 10cm zijn.
Het frezen van sleuven
Fig. F
•
Stel de freesdiepte in op de machine en
controleer deze nog eens
•
Stel de freeshoek in op de machine
•
Stel de hoogte in op de machine, let goed op
tijdens het instellen van de hoogte, de groef
voor de lamellendeuvel moet zich in het
midden van het werkstuk bevinden.
•
Controleer dat het werkstuk goed is geklemd
•
Plaats de machine op het werkstuk, de
middellijn (15) moet op één lijn staan met de
getekende lijn op het werkstuk
•
Houd de machine met beide handen vast en
schakel de machine aan.
•
Duw de bodem van de machine voorzichtig zo
ver mogelijk naar voren.
•
Duw de voet van de motor weer naar achteren
en schakel de machine uit.
Bij werkstukken die dunner zijn dan 16
mm is het niet mogelijk een groef te
frezen in het midden van het werkstuk
zonder een afstelplaat (fig. G) te
gebruiken onder het werkstuk.
De werkstukken aan elkaar koppelen
Als in beide werkstukken de sleuven zijn
aangebracht, kunnen deze aan elkaar gekoppeld
worden.
•
Breng in beide sleuven lijm aan.
•
Plaats de lamello in de sleuf van één van de
werkstukken.
•
Schuif het andere werkstuk op deze lamello.
•
Maak de werkstukken vast en laat de lijm
drogen.
Gebruikerstip voor het koppelen van twee
werkstukken
•
Frees een sleuf ter grootte van een lamello in
het eerste werkstuk
•
Plaats de lamello voorzien van de juiste soort
lijm (afhankelijk van het materiaal) in de sleuf
•
Frees een langere sleuf in het andere
werkstuk
•
Nu kunnen de twee werkstukken eenvoudig
tegen elkaar worden geplaatst (speling voor
aanpassen)