NL
BELANGRIJKE INFORMATIE
Aandachtig alle instructies voor de werking, de raadgevingen voor de
veiligheid en de waarschuwingen in het instructiehandboek lezen.
Het merendeel van de ongelukken bij gebruik van de compressor is
te wijten aan het niet respecteren van de elementaire veiligheidsre-
gels.
Als men tijdig de potentieel gevaarlijke situaties identificeert en de
aangepaste veiligheidsregels in acht neemt, vermijdt men ongeluk-
ken.
De fundamentele regels voor de veiligheid worden opgesomd in het
deel "VEILIGHEID" van dit handboek en ook in het deel dat over het
gebruik en het onderhoud van de compressor handelt.
De gevaarlijke situaties die moeten vermeden worden om alle risico's
op ernstige verwondingen of schade aan de machine te voorkomen
zijn aangeduid in het deel "WAARSCHUWINGEN" op de compressor
of in het instructiehandboek.
Nooit de compressor gebruiken op onaangepaste wijze, maar enkel
zoals aangeraden door de constructeur, tenzij men volledig zeker is
dat er geen gevaar bestaat, noch voor de gebruiker noch voor de
personen in de omgeving.
BETEKENIS VAN DE SIGNAALWOORDEN
WAARSCHUWINGEN: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie
die, als ze genegeerd wordt, ernstige schade kan veroorzaken.
VOORZORGEN: duidt op een gevaarlijke situatie die, als ze genege-
erd wordt, lichte schade kan veroorzaken aan personen en a
machine.
NOTA: benadrukt een essentiÎle informatie
VEILIGHEID
BELANGRIJKE INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK IN VEILIGHEID
VAN DE COMPRESSOR.
OPGELET:
HET ONAANGEPASTE GEBRUIK EN HET SLECHTE ONDERHOUD VAN
DEZE COMPRESSOR KUNNEN FYSIEKE VERWONDINGEN VEROORZA-
KEN BIJ DE GEBRUIKER.
OM DEZE RISICO'S TE VERMIJDEN VRAGEN WIJ AANDACHTIG DE VOL-
GENDE INSTRUCTIES TE VOLGEN.
ALLE INSTRUCTIES LEZEN
1. DE BEWEGENDE DELEN NIET AANRAKEN
Nooit uw handen, vingers of andere lichaamsdelen dichtbij de bewe-
gende delen van de compressor brengen.
2. NOOIT DE COMPRESSOR GEBRUIKEN ZONDER DAT DE BE-
SCHERMINGEN GEMONTEERD ZIJN
Nooit de compressor gebruiken zonder dat alle beschermingen per-
fect op de juiste plaats gemonteerd zijn (vb. stroomlijnkappen, ket-
tingbeschermer, veiligheidsklep) als het voor onderhoud of werking
nodig is deze beschermingen te verwijderen, u ervan vergewissen,
alvorens de compressor opnieuw te gebruiken, dat de beschermin-
gen goed vastzitten op hun originele plaats.
3. ALTIJD EEN BESCHERMINGSBRIL GEBRUIKEN
Altijd een berschermingsbril of gelijkwaardige beschermingen gebrui-
ken voor de ogen. De samengeperste lucht op geen enkel deel van
uw eigen lichaam of dat van een ander richten.
4. BESCHERM UZELF TEGEN ELEKTRISCHE SHOCKS
Toevallige aanrakingen van het lichaam met de metalen delen van
compressor zoals buizen, tanks of metalen delen verbonden met de
aarde, vermijden.
Nooit de compressor gebruiken in aanwezigheid van water of in een
vochtige omgeving.
5. DE COMPRESSOR ONTKOPPELEN
De compressor van de elektrische bron ontkoppelen en de tank vol-
ledig drukvrij maken alvorens eender welk werk, inspectie, onder-
houd, schoonmaak vervanging of controle van elk deel uit te voeren.
6. ONVOORZIEN OPSTARTEN
De compressor niet transporteren terwijl hij verbonden is met de
elektrische bron of wanneer de tank onder druk staat. Zich ervan ver-
gewissen dat de schakelaar van de drukregelaar in de OFF stand
staat alvorens de compressor met de elektrische bron te verbinden.
7. DE COMPRESSOR OP AANGEPASTE MANIER OPBERGEN
Als de compressor niet gebruikt wordt moet die in een droog lokaal
geplaatst worden ver van atmosferische factoren. Uit de buurt van
kinderen houden.
26
8. WERKPLAATSDe werkplaats schoon houden en de zone even-
tueel vrij maken van onnodig gereedschap. De werkplaats goed ven-
tileren.
De compressor niet gebruiken in aanwezigheid van ontvlambare
vloeistoffen of gas. De compressor kan vonken produceren tijdens de
werking. De compressor niet gebruiken in situaties waar zich verfstof-
fen, benzine, chemische middelen, kleefstoffen en alle andere brand-
bare of explosieve materialen bevinden.
9. UIT DE BUURT VAN KINDEREN HOUDEN
Vermijden dat kinderen of eender welke andere persoon in contact
komt met de voedingskabel van de compressor, alle niet geautorise-
erde personen moeten op een veilige afstand van de werkplaats ge-
houden worden.
10. WERKKLEDIJ
Geen volumineuze kledij of juwelen dragen, deze zouden kunnen
gevangen worden door de bewegende delen. Indien nodig een kap
dragen die het haar bedekt.
11. GEEN MISBRUIK MAKEN VAN DE VOEDINGSKABEL
De stekker niet los maken door aan de voedingskabel te trekken.
De kabel uit de buurt houden van warmte, olie of van snijdende op-
pervlakken. Niet op de elektrische kabel trappen of hem platdrukken
met onaangepaste gewichten.
12. DE COMPRESSOR MET ZORG ONDERHOUDEN
De instructies volgen voor het smeren (niet geldig voor oilless). De
voedingskabel regelmatig controleren en als hij beschadigd is moet
hij hersteld of vervangen worden door een geautoriseerde assisten-
tiedienst. De buitenkant van de compressor controleren op zichtbare
an de
afwijkingen. Zich eventueel wenden tot de dichtstbijzijnde assisten-
tiedienst.
13. ELEKTRISCHE VERLENGSNOEREN VOOR HET GEBRUIK
BUITEN
Als de compressor buiten gebruikt wordt enkel elektrische verlengs-
noeren gebruiken die geschikt zijn voor gebruik buiten en daarvoor
gemerkt zijn.
14. OPGELET
Letten op wat u doet. Gebruik uw gezond verstand Gebruik de com-
pressor niet als u moe bent. De compressor mag nooit gebruikt wor-
den als u onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen die
slaperigheid kunnen veroorzaken.
15. DEFECTE DELEN OF LUCHTVERLIES CONTROLEREN
Alvorens de compressor opnieuw te gebruiken, als een bescherming
of andere delen beschadigd zijn, moeten deze grondig gecontroleerd
worden om vast te stellen of ze kunnen functioneren zoals voorzien
in veiligheid. De uitlijning van de bewegende delen, buizen, manome-
ters, drukreductiemachines, pneumatische verbindingen en elk ander
deel dat belang kan hebben bij een normale werking
controleren.
Elk beschadigd deel moet correct hersteld of vervangen worden door
een geautoriseerde assistentiedienst of vervangen zoals aangeduid
in het instructieboekje.
DE COMPRESSOR NIET GEBRUIKEN ALS DE DRUGREGELAAR
DEFECT IS.
16. DE COMPRESSOR ENKEL GEBRUIKEN VOOR DE TOE-
PASSINGEN
STRUCTIEHANDBOEK
De compressor is een machine die samengeperste lucht produceert.
Nooit de compressor gebruiken voor toepassingen die niet degene
zijn die gespecificeerd worden in het instructieboekje.
17. DE COMPRESSOR CORRECT GEBRUIKEN
De compressor doen werken overeenkomstig de instructies van dit
handboek. De compressor niet door kinderen of personen, die niet
vertrouwd zijn met de werking ervan, laten gebruiken.
18. NAGAAN OF ELKE SCHROEF, BOUT EN DEKSEL STEVIG
VASTGEZET ZIJN
Nagaan of elke schroef, bout en plaatje stevig vastgezet zijn. Regel-
matig nagaan dat ze goed aangedraaid zijn.
19. HET OPZUIGROOSTER SCHOON HOUDEN
Het ventilatierooster van de motor schoon houden. Regelmatig dit
rooster schoonmaken als de werkomgeving zeer vuil is.
20. DE COMPRESSOR DOEN WERKEN OP NOMINALE SPAN-
NING
De compressor doen werken op de spanning aangeduid op het plaat-
je van de elektrische gegevens. Als de compressor gebruikt wordt op
een spanning hoger dan de nominale, zal de motor sneller draaien en
kan de eenheid beschadigd worden waardoor de motor verbrandt.
21. DE COMPRESSOR NOOIT GEBRUIKEN ALS HIJ DEFECT IS
GESPECIFICEERD
IN
HET
VOLGENDE
IN-