De kettingrem controleren
LET OP:
Houd de kettingzaag met beide
handen vast wanneer u hem inschakelt. Houd de
achterhandgreep met uw rechterhand vast en de
voorhandgreep met uw linkerhand. Het zaagblad
en de zaagketting mogen geen enkel voorwerp
raken.
LET OP:
Als de zaagketting niet onmiddellijk
tot stilstand komt wanneer deze controle wordt
uitgevoerd, mag de kettingzaag onder geen
beding worden gebruikt. Neem contact op met
ons erkende servicecentrum.
1.
Druk eerst de uit-vergrendelknop in en knijp
d aarna d e trekkers c h akelaar in. D e z aagketting begint
onmiddellijk te draaien.
2.
D u w d e bes c h ermkap v an d e v oor h an d greep naar
v oren met d e rug v an u w h an d . Ver z eker u er v an d at d e
zaagketting onmiddellijk tot stilstand komt.
Fig.8: 1. Bes c h ermkap v an d e v oor h an d greep
2. Vrij gezette stand 3. Vergren d el d e stan d
De uitlooprem controleren
LET OP:
Als de zaagketting bij deze controle
niet binnen één seconde tot stilstand komt, stopt
u met het gebruik van de kettingzaag en neemt u
contact op met ons erkende servicecentrum.
L aat d e ketting z aag d raaien en laat d aarna d e trekker-
s c h akelaar h elemaal los. D e z aagketting moet binnen
é é n se c on d e tot stilstan d komen.
De kettingsmering afstellen
U kunt d e toe v oersnel h ei d v an d e oliepomp a f stellen
met be h ulp v an d e stels c h roe f . D e h oe v eel h ei d olie
kan w or d en a f gestel d met be h ulp v an een uni v ersele
sleutel.
Fig.9: 1. S tels c h roe f
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
LET OP:
Raak de zaagketting niet met blote
handen aan. Draag altijd handschoenen wanneer
u de zaagketting hanteert.
De zaagketting aanbrengen of
verwijderen
LET OP:
De zaagketting en het zaagblad zijn
kort na gebruik nog heet. Laat ze eerst afkoelen,
voordat u enige werkzaamheden aan het gereed-
schap uitvoert.
Om de zaagketting te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
1.
Z et d e kettingrem los d oor aan d e bes c h ermkap
v an d e v oor h an d greep te trekken.
2.
D raai d e stels c h roe f v oor d e z aagketting los en
d raai d aarna d e be v estigingsmoeren los.
Fig.10: 1. S telsc h roef v oor d e z aagketting
2. Bev estigingsmoer 3. A f d ekking v an h et kettingw iel
3.
Verwijder de afdekking van het kettingwiel en verwijder
d aarna d e z aagketting en h et z aagbla d v ana f d e ketting z aag.
O m d e z aagketting aan te brengen, gaat u als v olgt te w erk:
1.
Let op de juiste richting van de zaagketting. Het
pijlteken op de ketting geeft de juiste richting aan.
2.
L eg d e ene kant v an d e z aagketting o v er d e bo v enkant
v an h et z aagbla d en d e an d ere kant ron d h et ketting w iel.
Fig.11: 1. Ketting w iel
3.
Leg het zaagblad op zijn plaats op de kettingzaag.
4.
P laats d e af d ekking v an h et kettingw iel op d e ketting-
z aag z od at d e stelpen in h et kleine gat in h et z aagblad v alt.
Fig.12: 1. A f d ekking v an h et ketting w iel 2. Z aagbla d
3. G at 4. S telpen
5.
D raai d e be v estigingsmoeren v ast om d e a f d ek-
king v an h et ketting w iel v ast te z etten, en d raai h em
d aarna iets los om d e spanning te kunnen a f stellen.
Fig.13: 1. Be v estigingsmoer
De kettingspanning afstellen
LET OP:
Voer de procedure voor het aanbren-
gen of verwijderen van de zaagketting uit in een
schone omgeving, vrij van zaagsel en dergelijke.
LET OP:
Span de zaagketting niet te strak. Bij
een te h oge spanning kan d e z aagketting breken, h et
zaagblad slijten en de stelknop defect raken.
LET OP:
Een zaagketting die te los zit kan
van het zaagblad af springen en een ongeluk met
letsel veroorzaken.
D e z aagketting kan na v ele gebruiksuren los gaan z itten.
C ontroleer regelmatig d e kettingspanning v ó ó r gebruik.
1.
Z et d e kettingrem los d oor aan d e bes c h ermkap
v an d e v oor h an d greep te trekken.
2.
D raai d e be v estigingsmoeren iets los om d e
a f d ekking v an h et ketting w iel iets los te maken.
Fig.14: 1. Be v estigingsmoer
3.
T il h et uitein d e v an h et z aagbla d iets om h oog en
stel d e kettingspanning a f . D raai d e stels c h roe f v oor
d e z aagketting re c h tsom om d e z aagketting strakker te
z etten en linksom om h em losser te z etten.
Z et d e z aagketting strakker tot d at d e on d erkant v an d e
z aagketting in d e z aagbla d rail past z oals a f gebeel d .
Fig.15: 1. Z aagbla d 2. Z aagketting 3. S tels c h roe f
v oor d e z aagketting
4.
H ou d h et z aagbla d li c h t v ast en d raai d e be v estigings-
moeren v ast om d e a f d ekking v an h et ketting w iel v ast te z etten.
Fig.16: 1. Be v estigingsmoer
Ver z eker u er v an d at d e z aagketting niet los h angt
langs d e on d erran d v an h et z aagbla d , maar strak langs
d e on d erran d loopt.
61 NEDERLANDS