Als "Centrale besturing" op de afstandsbediening verschijnt en
bij het indrukken van de werkingstoets het scherm gedurende
enkele seconden knippert.
Dit is de indicatie dat het centrale apparaat de unit bestuurt.
Het knipperende scherm wijst erop dat de afstandsbediening
niet kan worden gebruikt.
Het systeem start niet meteen nadat de voeding is
ingeschakeld.
Wacht een minuut totdat de microcomputer werkingsklaar is.
Symptoom 2: Koelen/verwarmen kan niet worden omgeschakeld
"
" (omschakeling onder centrale besturing) op het scherm
betekent
dat
het
gaat
afstandsbediening.
Als de omschakelaar voor koelen/verwarmen op de afstands-
bediening
is
gemonteerd
(omschakeling onder centrale besturing) verschijnt.
De
omschakeling
koelen/verwarmen
omschakelaar voor koelen/verwarmen op de afstandsbediening.
Vraag uw verdeler waar de afstandsbedieningsschakelaar is
gemonteerd.
Symptoom 3: "Ventilator"-werking is mogelijk maar "koeling" en
"verwarming" zijn niet mogelijk.
Onmiddellijk na het inschakelen van de voeding.
De microcomputer maakt zich klaar om in werking te treden.
Wacht 10 minuten.
Symptoom 4: De ventilatorsnelheid stemt niet overeen met de instelling.
De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op de regeltoets
voor de ventilatorsnelheid drukt.
Wanneer de kamertemperatuur in de verwarmingsmodus de
ingestelde temperatuur bereikt, valt buitenunit stil en gaat de
binnenunit over in de modus fluisterventilatorsnelheid.
Op die manier voorkomt men dat koude lucht rechtstreeks op de
personen in de kamer wordt geblazen.
De ventilatorsnelheid verandert niet, zelfs bij het drukken op de
toets, wanneer een andere binnenunit in verwarmingsmodus
staat.
Symptoom 5: De luchtrichting stemt niet overeen met de instelling
De luchtrichting stemt niet overeen met de afstandsbediening.
De flap voor de luchtrichting zwaait niet
Dit komt doordat de unit door de microcomputer wordt bestuurd.
Symptoom 6: Uit het toestel komt witte rook
Symptoom 6.1: Binnenunit
Als het vochtgehalte bij het koelen hoog is.
Als de binnenkant van een binnenunit zeer ernstig vervuild is
wordt de temperatuurspreiding in de kamer ongelijk. Daarom is
het nodig om de binnenkant te reinigen. Vraag aan uw verdeler
nadere details over het reinigen van de unit. Dit is immers het
werk van een bekwaam servicetechnicus.
Meteen na het beëindigen van de koelcyclus en bij een lage
kamertemperatuur en vochtgehalte.
Warm koelgas vloeit terug in de binnenunit en brengt stoom
voort.
Symptoom 6.2: Binnenunit, buitenunit
Als het systeem na de ontdooicyclus overschakelt op
verwarmen.
Het vocht ontstaan door het ontdooien wordt omgezet in stoom
en wordt uitgeblazen.
Symptoom 7: Op het display van de afstandsbediening verschijnt "U4" of
"U5", waarna de unit stopt, en dan na enkele minuten weer herstart.
De afstandsbediening wordt gestoord door interferentie van
andere elektrische toestellen. Dit maakt communicatie tussen
de units onmogelijk, en ze worden stilgelegd.
De werking wordt automatisch hervat zodra de interferentie
ophoudt.
Gebruiksaanwijzing
6
om
een
ondergeschikte
en
op
het
scherm
gebeurt
door
de
Symptoom 8: De airconditioners maken lawaai
Symptoom 8.1: Binnenunit
Een zoevend geluid is meteen hoorbaar nadat de voeding is
ingeschakeld.
Het elektronisch expansieventiel in de binnenunit begint te
functioneren en maakt een geluid. Dat zal binnen de minuut
echter verminderen.
Er is een constant "shah" geluid hoorbaar als het systeem koelt
of stopt.
Als de afvoerpomp (als optie verkrijgbaar) functioneert ontstaat
dit geluid.
Er is een "pishi-pishi" knarsend geluid hoorbaar als het systeem
stopt na de verwarmingscyclus.
Het uitzetten of inkrimpen van de plastieken onderdelen door
het temperatuurverschil veroorzaken dit geluid.
Er is een laag "sah", "choro-choro" geluid hoorbaar als de
binnenunit stilvalt.
Als de andere binnenunit in werking is ontstaat dit geluid. Om te
voorkomen dat er olie en koelmiddel in het systeem blijft zal een
kleine hoeveelheid koelmiddel blijven vloeien.
Symptoom 8.2: Binnenunit, buitenunit
Een constant laag sissend geluid is hoorbaar als het systeem
koelt of ontdooit.
Dit is het geluid van het koelgas dat door zowel de binnen- als
buitenunits stroomt.
Een sissend geluid is hoorbaar bij het starten of meteen na het
stoppen van de werking of ontdooiing.
Dit wordt veroorzaakt door het stoppen of wijzigen van de
koelmiddelstroom.
Symptoom 8.3: Buitenunit
De toon van het werkingsgeluid verandert.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de frequentiewijziging.
Symptoom 9: Er komt stof uit de unit
Wanneer een unit na een lange inactiviteitsperiode voor het
eerst weer wordt gebruikt.
Dit komt doordat stof in de unit is binnengedrongen.
Symptoom 10: De units geven een geur af
De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten,
enz. en die dan weer afgeven.
Symptoom 11: De ventilator van de buitenunit draait niet.
Tijdens de werking.
De ventilatorsnelheid wordt bestuurd met het oog op een
optimale systeemwerking.
Symptoom 12: Op het scherm verschijnt "
Dit kan voorkomen meteen nadat de hoofdvoeding is
ingeschakeld en betekent dat de afstandsbediening in normale
positie staat. Dit houdt een minuut aan.
Symptoom 13: De compressor in de buitenunit stopt niet na een korte
verwarmingscyclus
Dit voorkomt dat er olie en koelmiddel in de compressor blijft. De
unit zal na 5 tot 10 minuten stilvallen.
Symptoom 14: De binnenkant van de buitenunit is warm, zelfs als de unit
is stilgevallen
De carterverwarming verwarmt de compressor zodat de
compressor vlot kan starten.
Symptoom 15: U kunt warme lucht voelen wanneer de binnenunit gestopt
is.
Meer dan één binnenunit draait op hetzelfde systeem. Wanneer
een andere unit werkt, blijft er nog wat koelmiddel door de unit
stromen.
U-5~18MX4 + U-8~16ME4 M + U-8~16ME4 + U-4~6ML5
"
.
Urban Multi airconditioner
4PW40727-1A