Montage en ingebruikname
Montageplaats kiezen
Voor een correcte werking van het bedieningspaneel en de proximity chipsleutellezer
mogen zich binnen een radius van ca. 50cm rondom de gekozen montageplaats geen
leidingen/kabels, pijpleidingen, metalen bepantseringen of andere relevante
installatiecomponenten bevinden.
Vooral elektrische leidingen of metalen voorwerpen kunnen de werking en
het leesgedrag van de proximity chipsleutellezer storen of negatief
beïnvloeden.
Onderplaat monteren
1.
Open de behuizing van het draadloze
bedieningspaneel door de schroef aan de
onderkant te verwijderen.
2.
Gebruik de onderplaat als boorsjabloon en
teken eerst de gaten op de muur van de
gekozen montageplaats.
Zorg er bij het markeren van de
boorgaten voor dat zich geen elektrische
leidingen / kabels, pijpleidingen of andere
belangrijke installatiecomponenten achter
de montagelocatie bevinden!
3.
Boor de gaten en plaats de pluggen.
4.
Bij een externe voeding voert u de kabel van de netadapter van achteren in de
onderplaat van het bedieningspaneel.
5.
Schroef de achterkant van de behuizing aan de muur.
Montage en ingebruikname
NL 11