7. Montage
Let op ! Trek vóór alle onderhouds-, afstel- en
montagewerkzaamheden telkens de netstekker
uit het stopcontact.
7.1. Zaag opbouwen (fig. 1,2)
Zaagtafel (1) op een effen onderlaag leggen.
Standvoeten A-B (18-21) en houders (27/28)
met schroeven los vastmaken aan de zaagtafel
(1). (zie fig. 3)
Let op: standvoeten B-D zijn identiek, standvoet
A is voorzien van een uitgeponste opening voor
schakelaar (11).
Verstevigingsprofielen (24/25) met schroeven
los vastmaken aan de standvoeten (18-21) (zie
fig. 4)
Houder voor wielen (22) vastschroeven aan de
standvoeten (20/21). (zie fig. 5)
Wielen (15) en as (23) vastmaken aan de
houder (22). (zie fig. 5)
Tafelverlenging (10) vastschroeven aan de
zaagtafel (1). (zie fig. 2)
Steunen voor tafelverlenging (26) vastmaken
aan de tafelverlenging (10) en aan het korte
verstevigingsprofiel (25). (zie fig. 2)
Zaag omdraaien en op de standvoeten (18-21)
zetten.
Onderstel richten en alle schroeven aanhalen.
Let op: Schroeven ter bevestiging van de
houder (28) niet te hard aanhalen omdat anders
de parallelaanslag niet meer kan worden
vastgezet.
Kartelschroeven (31) de houder (28) in draaien.
(zie fig. 3)
Schakelaar-stekker-combinatie (11) de
uitsparing van de standvoet A (18) in schroeven.
(zie fig. 3)
Houder (17) en stuurhandgrepen (16)
vastmaken aan de standvoeten (18/19).
(zie fig. 3)
Let op: stuurhandgrepen (16) moeten
beweeglijk blijven.
7.2 Zaagbladafdekking monteren / demonteren
(fig. 6)
Zaagbladafdekking (2) op de spleetspie (5)
plaatsen zodat de schroef (33) door het boorgat
(a) van de spleetspie (5) past.
Schroef (33) niet te hard aanhalen; de
zaagbladafdekking moet vrij beweegbaar blijven.
Afzuigslang (13) vastmaken op de afzuigadapter
(14) en op de afzuigstomp van de
zaagbladafdekking (2).
Zijdelingse zaagbladafdekkingen (34)
vastmaken aan de zaagbladafdekking (2). (zie
fig. 6)
Op de uitgang van de afzuigadapter (14) moet
een gepaste afzuiginstallatie worden
aangesloten. (fig. 2)
De demontage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Let op!
De zaagbladafdekking (2) op het te zagen goed
laten zakken voordat u begint te zagen.
7.3. Spleetspie instellen (fig. 6/7)
Let op ! Netstekker trekken !
Zaagblad (4) op max. snijdiepte afstellen, naar
de 0° stand brengen en arrêteren.
Zaagbladbescherming demonteren (zie 7.2).
Tafelinzetstuk (6) uitnemen (zie 7.4).
Moer (35) losdraaien.
7.3.1. Afstelling voor maximale sneden (fig. 7/8)
Spleetspie (5) omhoogschuiven tot de afstand
tussen zaagtafel (1) en bovenkant spleetspie (5)
ca. 13 cm bedraagt.
Afstand tussen zaagblad (4) en spleetspie (5)
max. 8 mm.
Moer (35) opnieuw aanhalen en tafelinzetstuk
(6) monteren.
7.3.2. Afstelling voor verborgen sneden (fig. 7/8)
Spleetspie (5) omlaagschuiven tot de top van de
spleetspie 2 mm onder de bovenste punt van de
zaagtand is.
De afstand tussen spleetspie (5) en zaagblad (4)
mag weer maximaal 8 mm bedragen (zie fig.
7b).
Moer (35) opnieuw aanhalen en tafelinzetstuk
(6) monteren.
Let op ! Na het uitvoeren van een verborgen
snede dient de beschermkap opnieuw te worden
gemonteerd.
Indien u de spleetspie in de onderste positie
laat, moet u er rekening mee houden dat de
snijhoogte dan op ca. 65 mm vermindert.
De afstelling van de spleetspie moet telkens na
het verwisselen van zaagblad worden
gecontroleerd.
7.4 Tafelinzetstuk vervangen (fig. 7a)
Bij slijtage of schade moet het tafelinzetstuk
worden vervangen, anders bestaat er verhoogd
gevaar een verwonding op te lopen.
Zaagbladafdekking (2) afnemen (zie 7.2).
De 6 verzonken schroeven (32) verwijderen.
NL
25