NL
De richting van de beweging van de cilinder wordt bepaald door een regelventiel, de zogenaamde
dodemansgreep. Deze dodemansgreep kan naar links of rechts worden gedraaid, waardoor de
beweegrichting van de zuiger wordt bepaald. In de neutrale stand wordt geen druk in de cilinder
opgebouwd en stroomt de olie drukloos terug naar de pomp. Als de dodemansgreep wordt losgelaten,
komt deze vanzelf terug in de neutrale stand en stopt de beweging van de zuiger onmiddellijk.
Bij gereedschappen als scharen, spreiders en combigereedschappen stelt de axiale beweging van de
zuiger een mechanisme in werking dat vervolgens een knip- of spreidbeweging maakt.
De slang is het onderdeel dat de pomp aan het gereedschap verbindt, waardoor een gesloten systeem
ontstaat.
Het gereedschap is voorzien van een veiligheidsklep in de retourleiding. Wanneer de retourleiding naar
de pomp is geblokkeerd, zal deze veiligheidsklep een te hoge druk in het gereedschap verhinderen
door olie naar buiten te laten lekken.
5.2
CORE™-koppelingen
De hydraulische slang van het CORE™-systeem bestaat uit één slang die een combinatie vormt van
een hogedruktoevoerslang binnenin een lagedrukretourslang. De vrouwelijke koppeling heeft een
unieke functie: na het ontkoppelen verbindt de koppeling inwendig de toevoer- en de retourleidingen
met elkaar. Hierdoor kunt u gereedschappen aansluiten en ontkoppelen zonder de olietoevoer naar de
slang te onderbreken.
5.3
De hydraulische slang(en) aansluiten
5.3.1
Algemeen
VOORZICHTIG
Gebruik nooit beschadigde koppelingen.
Gebruik nooit tangen of dergelijke gereedschappen om de hydraulische koppelingen aan te
sluiten.
5.3.2
Slang met CORE™-koppelingen
Zie Fig. 5.
•
Verwijder de stofkappen van de koppelingen.
•
Controleer de koppelingen op vuil en beschadigingen en reinig ze indien nodig.
•
Steek de koppelingen in elkaar door ze tegen elkaar te houden en in één beweging de mannelijke
koppeling recht in de vrouwelijke koppeling te duwen. Hierbij moet de buitenring van de vrouwelijke
koppeling in tegengestelde richting van de pijlen bewegen.
•
Trek aan beide koppelingen om te controleren of ze niet met normale handkracht uit elkaar kunnen
worden getrokken.
•
Plaats de stofkappen in elkaar om binnendringing van vuil te voorkomen.
LET OP
Sla de slang niet met de uiteinden aan elkaar gekoppeld op.
14
916.001.563_000
SP 52** (CL)