Ï ¾ÍÆ»ÌÁ½ ÁÆË̽ÄÄÁÆ¿½Æ ÏÁÂÒÁ¿½Æ
U kunt nu de instellingen van verschillende functies
met de NUI wijzigen. Ga als volgt te werk om de
thermostaatinstellingen te programmeren.
1.
Open de deur.
2.
Druk op de knoppen thuis (
thuis (
) en houd ze gedurende 3
seconden ingedrukt. Parameternummer "1"
knippert in het tijdgedeelte van het display
weergegeven.
3.
Druk op de modusknop (M). De
parameterwaarde knippert in het
temperatuurgedeelte op het display.
4.
Druk op de omhoog- of omlaagknoppen
om door u gewenste waarden in te stellen.
Deze moeten binnen het voor die
parameter opgegeven bereik liggen. Het
ÇÈ¿½¿½Î½Æ ÈÁ»ÌÇ¿Ê¹Å Î¹Æ ¼Á½ ËȽ»Á ½Ã½
parameter wordt weergegeven.
5.
Druk op de modusknop (M) om de
instellingen op te slaan en om over te gaan
naar de volgende parameter die u wenst te
wijzigen. Het nummer van de parameter
zal knipperen.
6.
Druk op de omhoog- of omlaagknop om
naar de volgende parameter te gaan. (Als
in de huidige displayweergave het
parameternummer wordt weergegeven).
7.
U kunt al uw parameters via dezelfde
procedure programmeren. Druk nadat u
het instellen voltooid hebt op OK of op de
zoneknop (
) om uw instellingen op te
slaan en terug te keren naar het normale
displayscherm. (Als in de huidige
displayweergave het parameternummer
wordt weergegeven).
8.
Sluit de deur.
OPMERKING: Raadpleeg de tabel met parameters in de
handleiding van de hoofdeenheid.
62
) en niet
½ÊËÌ½Ä Î¹Æ ÁÆË̽ÄÄÁÆ¿ ¼½¾¹ÍÄÌϹ¹Ê¼½Æ ÎÇÇÊ
gebruiker
Hieronder vindt u de procedure voor het wijzigen van de
gebruikersparameters in standaardwaarden.
1.
Druk de knoppen thuis (
) en niet thuis
(
) gedurende 10 seconden
tegelijkertijd in om de
¿½ºÊÍÁýÊË»ÇÆ ¿ÍʹÌÁ½ÅǼÍË Ì½ ¹»ÌÁνʽÆ
Wanneer u deze instelling voor de eerste
keer selecteert, wordt 999 in het
tijdgedeelte en de startwaarde 10 in het
temperatuurgedeelte van het display
weergegeven
2.
Druk op de omlaagknop en houd de knop
ingedrukt. Als de teller de nul bereikt,
wordt in het temperatuurgedeelte van het
display "Fd" weergegeven. Dit betekent dat
de fabrieksinstellingen worden voorbereid.
Nadat de fabrieksinstellingen in de
EEPROM zijn hersteld, reset de NUI het
apparaat.
¹Å½Ê̽ÅȽʹÌÍÍÊ˽ÆËÇÊ ÁÆË̽ÄĽÆ
De NUI bevat een functie waarmee u een waarde bij de
weergegeven kamertemperatuur kunt optellen of van de
weergegeven kamertemperatuur aftrekken. Op deze wijze
kan de NUI de correcte kamertemperatuur weergegeven,
zelfs als de NUI NUI of de kamertemperatuur sensor
geïnstalleerd werd op een plek met slechts een klein
temperatuurverschil.
In dit geval kan de variabele KAMERT.SENSOR AANP.
IN HET BEREIK VAN #
# WORDEN AANGEPAST EN DEZE
waarde wordt bij de echte waarde van de
kamertemperatuursensor opgeteld. Raadpleeg de tabel
met parameters in de handleiding van de hoofdeenheid.
ƽÄÃÇÈȽÄÁÆ¿ ƹ¹Ê ¾Ê½ÉͽÆÌÁ½Î½ÊĹ¿ÁÆ¿ËÅǼÍË
Druk op de vasthoudknop ( ) voor 10 seconden om de
Stiltemodus aan te schakelen. Schakel de Stiltemodus
aan door de vasthoudknop ( ) opnieuw in te drukken
GEDURENDE SECONDEN !LS DE FREQUENTIEVERLAGINGSMODUS
nachtmodus/stiltemodus actief is, geeft de NUI het
pictogram (
) weer. Als de FR-modus actief is, wordt de
in het programmaschema geselecteerde instelling altijd
tijdelijk uitgeschakeld.
ǽÌ˽ƺÇʼ νʿʽƼ½Ä½Æ
Alle toets- en opdrachtfuncties vergrendelen
1.
Open de deur.
2.
Druk op de drie knoppen voor dagen (
periode (
), en starttijd (
) en houd ze
gedurende 3 seconden ingedrukt.
3.
Alle toetsen worden uitgeschakeld en het
vergrendelpictogram ( ) verschijnt op het
display.
4.
Om het toetsenbord te ontgrendelen, drukt
u opnieuw op de drie knoppen en houdt u
ze gedurende 3 seconden ingedrukt. Het
vergrendelpictogram ( ) verdwijnt.
)