Installatieparameters - hager TX460 Instrucciones De Uso

9.2 Installatieparameters

In dit menu kunt u het installatietype dat
door de roomcontroller en regelaar
wordt aangestuurd nauwkeurig bepalen
om de instellingskarakteristieken te
preciseren.
Zendertype
In dit submenu kunt u het aangestuurde type verwarmings- of
klimaatregelingstoestel
instellingskarakteristieken aan te passen.
• Selecteer
apparatuur (of deze die de aange-
stuurde het dichtst benadert) met
behulp
en
• Druk op de toets
en terug te keren naar het scherm
Installatie.
Om de instellingskarakteristieken (expert) te personaliseren,
gaat u als volgt te werk:
• Selecteer de regel Personnaliseren met
behulp van de toetsen
• Druk
bevestigen.
• Stel de 1
van de toetsen
toets
volgende parameter te gaan.
• Ga op dezelfde manier te werk voor de andere 3 parameters
en druk dan op de toets om te bevestigen en terug te keren
naar het menu Installatie.
138
selecteren om de
de aangestuurde
van de toetsen
.
om te bevestigen
en .
op de toets om
st parameter in met behulp
en , druk op de
om te bevestigen en naar de
Sensor kalibreren
In dit submenu kunt u de door de controller gemeten
omgevingstemperatuur aanpassen (binnen een bereik van +/-
2°C).
Min/Max-instelwaarde
In dit submenu kunt u de gewenste minimum- of
maximumtemperatuur vastleggen voor de verwarming of de
klimaatregeling.
te
Zodra alle installatieparameters zijn vastgelegd, drukt u op de
◀
toets C
Installatieparameters.
139
• Pas de door de controller gemeten
omgevingstemperatuur
behulp van de toetsen
• Druk op de toets
en terug te keren naar het menu
Installatie.
• Stel de gewenste minimumwaarde in
met behulp van de toetsen
.
• Druk op de toets
en naar de maximumwaarde te gaan.
• Stel de gewenste maximumwaarde in
met behulp van de toetsen
en .
• Druk op de toets
en terug te keren naar het scherm
Configuratie.
om terug te keren naar
aan met
en .
om te bevestigen
en
om te bevestigen
om te bevestigen
het scherm