NL
6. FOUTEN, ALARMEN EN STORINGEN
De stappen die moeten worden gevolgd in het geval van een fout of een storing worden hieronder
beschreven. De mogelijke oorzaken en mogelijke oplossingen staan in de volgende tabel. Neem in geval
van twijfel of wanneer u het probleem niet zelf kunt oplossen, contact op met de technische dienst.
Raak elektrische componenten niet aan; ze kunnen onder stroom staan en
levensbedreigend zijn.
STORING
MOGELIJKE OORZAAK
De machine
Er is geen stroomvoorziening.
werkt niet
Plaatsing van het apparaat
Parameters van de thermostaat
Incorrecte
temperatuur
Omgevingstemperatuur
Verdeling van de voedingsmiddelen
De condensor reinigen
Onjuiste nivellering en slechte
Vreemd of
sluiting van de deuren.
hard geluid
Wrijving op locaties met bewegende
OPMERKING: Neem contact op met de technische dienst als er een fout optreedt,
die niet in de bovenstaande tabel vermeld staat. De fabrikant behoudt zich het
recht voor om de technische kenmerken zonder voorafgaande waarschuwing te
wijzigen.
handleiding van het thermostaat wordt meegeleverd bij deze handleiding.
7. RECYCLAGE VAN HET PRODUCT
De Europese Richtlijn 2012/19 / EU met betrekking tot afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA) bepaalt dat huishoudelijke apparaten niet mogen worden
weggegooid via de normale, stedelijke afvalcyclus voor vaste stoffen. Apparatuur die wordt
afgedankt, moet apart worden ingezameld om de kosten van hergebruik en recycling van de
materialen van de machine te optimaliseren en mogelijke schade aan de atmosfeer en de
volksgezondheid te voorkomen. Op alle producten is het symbool van de doorgekruiste
afvalbak geplaatst om de eigenaar te herinneren aan zijn verplichtingen met betrekking tot
gescheiden afvalinzameling. Voor meer informatie over het correct verwijderen van
huishoudelijke apparaten moeten eigenaars contact opnemen met hun lokale autoriteiten of
de leverancier van het apparaat.
Sluiten van de deuren
in de machine
delen
OPLOSSING
Controleer of de magnetothermische stroomonderbreker is
geactiveerd. Als het lichtje in de schakelaar brandt, wordt
het apparaat van stroom voorzien.
Controleer of er geen warmtebron in de buurt is.
Controleer of de thermostaat in koelkasten is ingesteld op
ongeveer 0 ºC en in vriezers op -20 ºC . Druk op de knop
"set" om dit te controleren.
Controleer of de omgevingstemperatuur van de vriesvitrines
niet hoger is dan +32 °C en van de viskoelvitrines niet hoger
is dan + 38 °C. Dat zijn de gegarandeerde maximale
bedrijfstemperaturen.
Controleer of de deuren correct sluiten
Controleer of de voedingsmiddelen op de juiste manier in de
vitrine zijn geplaatst, zonder de luchtventilatie te blokkeren
en dat er voldoende tijd is verstreken, voordat deze in de
vitrine zijn geplaatst.
Zorg er voor dat de condensor schoon is. Houd er rekening
mee dat hoe schoner de koelkast is, des te meer energie er
wordt bespaard. De reinigingsfrequentie is afhankelijk van
de omstandigheden op de locatie. Als de condensor vuil is,
bel dan de klantenservice...
Controleer of de vitrine waterpas staat en de deuren goed
sluiten.
Controleer of niets de bewegende delen van de koelkast
raakt.
De
67