GOK SmartBox 1 Instrucciones Par El Montaje Y La Operación página 79

Pos: 64 /Anleitungen A5/STANDARDMODULE/Überschriften/Vorhersehbare Störungen @ 2\mod_1328254909311_610.docx @ 23522 @ @ 1
TE VOORZIENE STORINGEN
Pos: 65 /Anleitungen A5/Elektronik/Smartbox/1+2+3/Fehlermeldungen @ 0\mod_1305121270031_610.docx @ 12520 @ @ 1
Code van Betekenis
de fout
Error E1
Ingestelde waarde is ongeldig
Gemeten waarde te gering (< 3mA  sonde defect)
Error E2
Error E3
Gemeten waarde te groot voor ijking van het nulpunt (sonde mag daarbij niet
zijn ondergedompeld)
Error E4 Gemeten waarde is ongeldig. Menustap "9. Offset" uitvoeren.
Error E5
Ingestelde hoogte is groter dan de hoogte van de tank. (foutieve invoer)
Error E6
De gemeten waarde is te klein als referentiepunt. De sonde moet
ondergedompeld zijn. De ingestelde hoogte is te groot (de gemeten waarde is
te klein). Menustap "9. Offset" controleren/uitvoeren. Anders sondefout.
Error E7
De gemeten waarde is te klein in verhouding tot de ingestelde tankhoogte of
het tankvolume. De sonde moet ondergedompeld zijn!
Error E8
De gemeten waarde (sondestroom) is te hoog. Elektrische aansluiting en
meetbereik van de sonde controleren, stroomvoorziening opnieuw
inschakelen. De menu-instellingen stap 1-5 controleren. Evt. menustap "9.
Offset" controleren/uitvoeren. Anders sondefout.
Error E9
Sondestroom = 0 mA. Er is geen signaalstroom. De polen van de sondekabel
zijn fout om aangesloten. Kabelverlenging controleren, evt. opnieuw
aanklemmen.
Error E10
Fout bij het ijken. De indicator van de netspanning scheiden en na 5 s
opnieuw inschakelen. Anders sondefout.
Error E11
WAARSCHUWING: het vloeistofpeil in de tank is eigenlijk te laag voor een
precieze ijking. Met [Enter] kan toch bevestigd en doorgegaan worden.
Controle van het signaal van de peilsonde:
Kan d.m.v. menustap 22 worden gecontroleerd:
Pos: 66 /---Seitenumbruch A5--- @ 0\mod_1297265391854_0.docx @ 3176 @ @ 1
Apparaat Nr. 28 100 59 d
SmartBox® 1 / SmartBox® 2 / SmartBox® 3
Bij 0 cm vulstand  ca. 3,5 – 4,5 mA
Bij 1 m waterkolom  ca. 9 – 11 mA
(bij standaardsonde met meetbereik 250 mbar)
15 / 16