Veiligheid 5; Veiligheidsregels; Installeren; Opleiding - Woods BATWING BW15.50E Manual Del Operador

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

Veiligheid is een primaire zorg bij het ontwerpen en vervaardigen van onze
producten. Helaas kunnen onze inspanningen om veilige apparatuur te leveren
teniet worden gedaan door één onachtzame handeling van een bediener.
Naast het ontwerp en de configuratie van de apparatuur zijn
risicobeheersing en ongevallenpreventie afhankelijk van de alertheid, het
oordeel en de opleiding van personeel dat betrokken is bij de bediening,
het transport, het onderhoud en de opslag van de apparatuur.
Er wordt wel gezegd dat de beste veiligheidsvoorziening een geïnformeerde,
zorgvuldige bediener is. Wij vragen u om zo'n bediener te zijn.

INSTALLEREN

Het hydraulische systeem moet worden aangesloten zoals beschreven in
deze handleiding. Vervang geen onderdelen door exemplaren van andere
leveranciers, wijzig ze niet en sluit ze niet op een andere manier aan.

OPLEIDING

Veiligheidsregels zijn belangrijk! Lees alle handleidingen van het werktuig
en de trekker en volg alle veiligheidsregels en de instructies op de veiligheids-
stickers. (Vervangende handleidingen en veiligheidsstickers zijn verkrijgbaar
bij uw dealer. Raadpleeg voor de dichtstbijzijnde dealer de Dealer Locator op
www.WoodsEquipment.eu, of bel +32 10 301111 in België.) Niet opvolgen van
instructies of veiligheidsregels kan resulteren in ernstig letsel of de dood.
Als u enig deel van deze handleiding niet begrijpt en hulp nodig hebt,
raadpleeg dan uw dealer.
Zorg dat u vertrouwd bent met de bedieningselementen en weet hoe u de
motor en het werktuig in noodgevallen snel kunt stoppen.
Bedieners moeten zijn opgeleid en in staat zijn om de apparatuur, de hulp-
stukken en alle regelingen veilig te bedienen. Laat niemand deze apparatuur
bedienen zonder de juiste instructies.
Blijf met de handen en het lichaam uit de buurt van leidingen onder druk.
Controleer op lekkage met papier of karton, niet met de handen of andere
lichaamsdelen. Draag een veiligheidsbril. Hydraulische vloeistof onder druk kan
gemakkelijk doordringen in de huid en ernstig letsel of de dood veroorzaken.
Zorg ervoor dat al het bedienings- en onderhoudspersoneel weet dat als
hydraulische vloeistof in de huid doordringt, het zo snel mogelijk moet worden
verwijderd door een arts die bekend is met deze vorm van letsel of gangreen.
NEEM ONMIDDELLIJK CONTACT OP MET EEN ARTS ALS ER VLOEI-
STOF IN DE HUID OF OGEN TERECHTKOMT. STEL DIT NIET UIT.
Laat nooit kinderen of onervaren personen de apparatuur bedienen.

VOORBEREIDING

Controleer of alle bevestigingsmiddelen goed zijn aangebracht. Zet
bevestigingsmiddelen altijd vast volgens de specificaties in de tabel met aan-
haalmomenten, tenzij anders aangegeven in deze handleiding.
Lucht in hydraulische systemen kan leiden tot een onbetrouwbare werking
of onverwachts vallen van lasten of apparatuur. Verwijder bij het aansluiten van
apparatuur of slangen of het uitvoeren van hydraulisch onderhoud in het
hydraulische systeem aanwezige lucht door alle hydraulische functies meer-
dere keren te bedienen. Doe dit voordat u de apparatuur in gebruik neemt of
iemand in de buurt van de apparatuur laat komen.
Controleer of alle hydraulische slangen, koppelingen en kleppen in goede
staat zijn en niet lekken voordat u de trekker start of apparatuur gebruikt. Contro-
leer en leid de slangen zorgvuldig om schade te voorkomen. Slangen mogen niet
worden gedraaid, scherp gebogen, geknikt, gerafeld, geknepen of in contact
komen met bewegende delen. Bedien beweegbare onderdelen door hun gehele
bereik om de vrijheid te controleren. Vervang beschadigde slangen onmiddellijk.
Controleer na het aansluiten van slangen of alle bedieningshendelposities
werken zoals aangegeven in de gebruikshandleiding. Gebruik de apparatuur niet
voordat de bedieningshendelposities en apparatuurbewegingen correct zijn.
Stel de hydraulische ontlastklep van de trekker in op 170 bar (2500 psi)
(17.000 kPa) om letsel en schade aan apparatuur door defecten aan het
hydraulische systeem te voorkomen.
Uw dealer kan originele hydraulische accessoires en reparatieonderdelen
leveren. Onderdelen van andere leveranciers voldoen mogelijk niet aan de
oorspronkelijke specificaties en kunnen gevaarlijk zijn.
Draag altijd relatief strakke kleding om te voorkomen dat u wordt gegre-
pen door bewegende delen. Draag stevige werkschoenen met profielzolen en
andere beschermende uitrusting voor de ogen, het haar, de handen, het
gehoor en het hoofd, en een ademhalings- of filtermasker indien nodig.
Zorg ervoor dat het werktuig goed is vastgezet en afgesteld en in goede
staat verkeert.
BW15_SR (27/9/2018)

VEILIGHEIDSREGELS

LET OP! WEES ALERT! UW VEILIGHED IS IN HET GEDING!
Zorg ervoor dat de veerbelaste borgpen of kraag vrij kan schuiven en ste-
vig in de groef van de aftakas van de trekker zit.
Zorg ervoor dat de kettingen van de aandrijflijnbeveiliging aan de trekker
en apparatuur zijn bevestigd zoals aangegeven in de instructies voor de aan-
drijflijn. Vervang indien beschadigd of gebroken. Controleer of de afschermin-
gen van de aandrijflijn vrij op de aandrijflijn kunnen draaien voordat de
apparatuur in bedrijf wordt genomen.
Controleer alvorens de motor te starten alle afschermingen van de aan-
drijflijn op beschadigingen. Vervang beschadigde afschermingen. Zorg ervoor
dat alle afschermingen vrij kunnen draaien op alle aandrijflijnen. Als afscher-
mingen niet vrij kunnen draaien op de aandrijflijn, repareer of vervang dan de
lagers alvorens apparatuur in gebruik te nemen.
De trekker moet zijn voorzien van een ROPS of ROPS-cabine en veilig-
heidsgordel. Zet de veiligheidsgordel goed vast. Bij een val van de trekker kunt
u worden overreden of verpletterd, mogelijk met de dood tot gevolg. Houd
opklapbare ROPS-systemen te allen tijde in de vergrendelde stand.
Verwijder opgehoopt vuil van deze apparatuur, de trekker en de motor om
brandgevaar te voorkomen.
Controleer of alle veiligheidsstickers aanwezig zijn. Vervang indien bescha-
digd. (Zie het gedeelte Veiligheidsstickers voor de plaats van de stickers.)
Controleer of afschermingen en kappen goed zijn geïnstalleerd en in goede
staat zijn. Vervang indien beschadigd.
Gebruik deze apparatuur alleen als alle zijsledes goed zijn geïnstalleerd
en in goede staat verkeren. Vervang indien beschadigd.
Minimaal 20% van het gewicht van de trekker en apparatuur moet op de
voorwielen van de trekker rusten wanneer werktuigen in de transportpositie
staan. Zonder dit gewicht kunnen de voorwielen van de trekker omhoog
komen, waardoor deze onbestuurbaar wordt. Het gewicht kan worden bereikt
door middel van voorwielgewichten, ballast in banden, frontgewichten of een
voorlader. Weeg de trekker en apparatuur. Niet schatten.
Inspecteer het gebied en verwijder stenen, takken of andere harde voorwerpen
die kunnen worden weggeslingerd en letsel of schade kunnen veroorzaken.
Sluit de aandrijflijn rechtstreeks aan op de aftakas van de trekker. Gebruik nooit
adapterhulzen of adapterassen. Adapters kunnen leiden tot aandrijflijndefecten door
een verkeerd groefprofiel of verkeerde lengte, mogelijk met letsel of de dood tot gevolg.

TRANSPORT

De trekker moet zijn voorzien van een ROPS of ROPS-cabine en veilig-
heidsgordel. Zet de veiligheidsgordel goed vast. Bij een val van de trekker kunt
u worden overreden of verpletterd, mogelijk met de dood tot gevolg. Houd
opklapbare ROPS-systemen te allen tijde in de vergrendelde stand.
Breng altijd de eenheid omhoog en installeer de transportvergrendelingen
alvorens de eenheid te transporteren. Lekkage of uitval van een mechanisch of
hydraulisch systeem kan ertoe leiden dat de apparatuur valt.
Bevestig altijd de veiligheidsketting aan de trekstang bij transport van de eenheid.
Houd u altijd aan alle nationale en lokale verlichtings- en markeringsvoorschriften.
Laat nooit personen meerijden op de trekker of het werktuig.
Schakel de aftakas niet in tijdens transport.
Gebruik of transporteer de maaier niet op steile hellingen.
Gebruik of transporteer geen apparatuur terwijl u onder invloed bent van
alcohol of drugs.
De maximale transportsnelheid voor getrokken en halfgedragen machines
is 32 km/h (20 mph). Ongeacht de maximumsnelheid van de trekker mag de
maximale transportsnelheid van het werktuig niet worden overschreden. Dit
zou kunnen leiden tot:
Verlies van de controle over het werktuig en de trekker
Verlies van remvermogen
Defecten aan de banden van het werktuig
Schade aan het werktuig of onderdelen daarvan.
Wees extra voorzichtig en minder snelheid op slechte wegen, in bochten
of op hellingen.
Trek dit werktuig nooit met een motorvoertuig.
Let tijdens het transport met name op bovengrondse elektriciteitskabels
en zorg ervoor dat er genoeg ruimte zit tussen deze kabels en de machine.

GEBRUIK

Houd omstanders uit de buurt bij het bedienen, aankoppelen, verwijderen,
monteren of onderhouden van apparatuur.

Veiligheid 5

Publicidad

Tabla de contenido

Solución de problemas

loading

Tabla de contenido