Schumacher Electric PTI100 Manual Del Usario página 30

BELASTINGTEST
Goed (groen)
Zwak of defect, maar de naald
blijft constant. (geel of rood)
Zwak of defect, maar de naald
blijft dalen. (geel of rood)
7. HET LAADSYSTEEM TESTEN
7.1 Sluit de plusklem (rood) aan op de pluspool (POS, P, +) van de accu. Sluit de minklem
(zwart) aan op de minpool (NEG, N, -) van de accu. Beweeg de klemmen heen en weer
om een goede elektrische verbinding te verzekeren.
7.2 Start de motor en laat hem op 1200 tot 1500 omw/min lopen. VOORZICHTIG: Blijf uit de
buurt van bewegende motoronderdelen om lichamelijk letsel te voorkomen.
7.3 Let op de meterstand met alle elektrische accessoires uitgeschakeld. Hij moet in de groene
"goede" band in de schaal van het "laadsysteem" zijn (zie de illustratie in paragraaf 9).
7.4 Met de koplampen en de ventilatormotor in de hoge stand moet de meter in de groene
"goede" band blijven.
7.5 Als de meter in de rode band of buiten de zone van het laadsysteem staat, zijn er problemen.
8. TEST VAN STARTMOTOR
Deze test geeft aan of de startmotor overmatig stroom trekt, waardoor starten wordt bemoeilijkt
en de levensduur van de accu wordt verkort. Voer eerst de belastingtest van de accu uit, om er
zeker van te zijn dat de accu in goede conditie is.
OPMERKING: De motor moet op normale bedrijfstemperatuur zijn.
8.1 Voer een basistest van de accubelasting uit (zie paragraaf 2). Let bovendien op de
exacte spanning met de belastingtest ingeschakeld (zie de illustratie in paragraaf 9).
Als de test aangeeft dat de accu zwak of defect is, kan deze test niet worden uitgevoerd.
8.2 Gebruik de hierboven verkregen laadspanning en zoek in tabel 2 of op de meter de
opgegeven minimale startspanning op. Als de motor minder dan 200 CID is, gebruikt
u de volgende hogere minimale startspanning. Als de laadspanning bijvoorbeeld 11,0 is,
gebruikt u 10,2 voor de minimale startspanning in plaats van 9,7.
8.3 Schakel zo mogelijk het ontstekingssysteem van het voertuig uit zodat het niet kan
starten. De test werkt het best als de startmotor 2 tot 5 seconden wordt getornd.
8.4 Torn de motor en let op de afgelezen spanning tijdens het tornen van de motor.
8.5
Als de startspanning onder de minimale startspanning in tabel 2 is, is de stroomafname
van de startmotor overmatig hoog. Als de startmotor langzaam tornt, controleer dan op
hoge weerstand of slechte verbindingen.
LAADSPANNING
MINIMALE
STARTSPANNING
TABEL 1
De accucapaciteit is in orde. De accu is wel of niet
volledig opgeladen. Controleer de relatieve dichtheid van
de accu om de ladingtoestand te bepalen, controleer op
elektrische stroomafname of mogelijke problemen met
het laadsysteem. Laad de accu volledig op.
De accucapaciteit is niet voldoende. De accu is óf
defect óf niet volledig opgeladen. Controleer de relatieve
dichtheid om te bepalen wat het geval is. Als de relatieve
dichtheid door het opladen niet op het volledig opgeladen
niveau komt, moet de accu worden vervangen.
De accu kan defect of uitgeput zijn. Laat de
belastingschakelaar los en let op de reactie van
de voltmeter. Spanningsherstel tot 12 volt of hoger
binnen enkele seconden betekent dat de accu defect
is. Een langzaam spanningsherstel betekent dat de
accu uitgeput is. Voor de beste resultaten de relatieve
dichtheid controleren.
TABEL 2
TESTSPANNING STARTMOTOR
10,2 10,4
7,7 8,2
30
•
ACCUCONDITIE
10,6 10,8
8,7 9,2
•
11,0 11,2
9,7 10,2
11,4
10,6