8.1 STALLING VAN DE MACHINE
Wanneer de machine gestald moet worden:
1. Haal de accu uit zijn zitting, en
laad ze op; (par. 7.2.2).
2. Plaats de mesbescherming wanneer
de snij-inrichting stil staat.
3. Laat de motor eerst afkoelen vóór
de machine in elke willekeurige
ruimte op te bergen.
4. Reinig de machine (par. 7.3).
5. Controleer of er geen onderdelen los of
beschadigd zijn. Vervang, indien nodig, de
beschadigde onderdelen en klem eventueel
schroeven en moeren die losgekomen
zijn weer vast of neem contact op met
het geautoriseerde dienstcentrum.
6. Berg de machine op:
– in een droge ruimte
– beschermd tegen slechte
weersomstandigheden
– buiten bereik van kinderen.
– na zich ervan verzekerd te hebben
de sleutels of gereedschapen
die voor het onderhoud gebruikt
werden, verwijderd te hebben.
8.2 STALLING VAN DE ACCU
Als de accu gedurende lange tijd niet wordt
opgeladen, moet deze altijd in de schaduw,
op een koele plaats en in een vochtvrije
omgeving met een omgevingstemperatuur
tussen 0~45°C worden bewaard.
OPMERKING In geval van langdurig niet-
gebruik, moet men de accu om de twee maanden
opladen, om de duur ervan te verlengen.
9. HANTERING EN TRANSPORT
Telkens wanneer de machine verplaatst,
geheven, vervoerd of gekanteld
moet worden, moet men:
1. Zet de machine stil.
2. Controleer dat alle bewegende
delen volledig stilstaan;
3. Haal de accu uit zijn zitting, en laad ze op.
4. Stevige werkhandschoenen dragen.
5. De mesbescherming te plaatsen
wanneer de snij-inrichting stil staat;
6. Wacht tot de motor is afgekoeld.
7. De machine alleen vastnemen aan de
handgrepen en de stang in de richting
tegenover de loop- of rijrichting houden.
8. U ervan te verzekeren dat de
bewegingen van de machine geen
schade of letsels veroorzaken.
Wanneer men de machine met een
wagen vervoert, moet men:
1. De machine tijdens het vervoer goed
met touwen of kettingen bevestigen.
2. De machine zo plaatsen dat deze
geen gevaar veroorzaakt.
10. ASSISTENTIE EN HERSTELLINGEN
Deze handleiding verstrekt alle gegevens
die u nodig hebt om de machine te kunnen
gebruiken en om er op de juiste manier
eenvoudige onderhoudswerkzaamheden
aan te kunnen verrichten, die de gebruiker
zelf kan uitvoeren. Alle handelingen van de
afstelling en het onderhoud die niet in deze
handleiding worden beschreven, moeten
worden uitgevoerd door uw dealer of een
gespecialiseerd centrum. Handelingen die in
niet geschikte structuren of door onbekwame
personen uitgevoerd werden, doen elke
vorm van garantie en alle verplichtingen of
aansprakelijkheid van de Fabrikant vervallen.
Niet originele wisselstukken en toebehoren zijn
niet goedgekeurd; het gebruik van niet originele
wisselstukken en toebehoren brengt de veiligheid
van de machine in gevaar en ontheft de Fabrikant
van alle verplichtingen en aansprakelijkheden.
11. GARANTIEDEKKING
De garantiedekking is enkel bestemd
voor de consumenten, d.w.z. niet
professionele bedieners.
De garantie dekt alle kwaliteits- en
fabricagefouten die tijdens de garantieperiode
door uw Wederverkoper of door een
gespecialiseerd Centrum vastgesteld worden.
De toepassing van de garantie is
beperkt tot de herstelling of vervanging
van het defect geachte onderdeel.
Men raadt aan de machine eens per jaar aan
een geautoriseerd dienstencentrum toe te
vertrouwen voor het onderhoud, assistentie
en controle van de veiligheidsinrichtingen.
De toepassing van de garantie is ondergeschikt
aan een regelmatig onderhoud van de machine.
De garantie geldt niet voor schade te wijten aan:
• Onvoldoende kennis van de vergezellende
documentatie (Gebruiksaanwijzing).
• Professioneel gebruik.
• Achteloosheid, nalatigheid.
• Externe oorzaak (bliksem, stoten,
aanwezigheid van vreemde voorwerpen
in de machine) of incident.
NL - 12