1. maak de machine steeds vast aan
het draagstel dat correct gedragen
moet worden (zie par. 6.1.2).
2. Houd de machine altijd stevig
vast met twee handen.
Leg de machine onmiddellijk
stil als de ketting blokkeert
gedurende de werkzaamheden.
OPMERKING Tijdens het werk, is de accu
tegen volledige ontlading beschermd door
een beschermingssysteem dat de machine
uitschakelt en de werking ervan blokkeert.
6.4.1
Controles uit te voeren
tijdens het werk
6.4.1.a Controle van de spanning
van de ketting
Tijdens het werk ondergaat de ketting
een progressieve verlenging, en daarom
is het noodzakelijk om de spanning
regelmatig te controleren (par. 6.1.4).
6.4.1.b Controle van de oliestroom
BELANGRIJK Gebruik de
machine niet zonder smering!
Controleer dat de stang en de ketting
goed gepositioneerd zijn wanneer de
oliestroom wordt gecontroleerd.
Start de motor (par. 6.3) en controleer dat de olie
wordt verspreid zoals is aangeduid in (Afb. 15).
6.4.2
Werktechnieken
6.4.2.a Een boom onttakken
Controleer dat het gebied rondom
de te onttakken boom vrij is.
1. Ga aan de andere kant van
de te zagen tak staan.
2. Begin met de laagste takken, en
zaag daarna de hoogste.
3. Voer de eerste insnijding uit van onder naar
boven (Afb. 16.A). Onttak daarna van boven
naar onder zoals is aangeduid in (Afb. 16.B).
6.4.2.b De takken van een gevallen
boom verwijderen
handel als volgt om de takken van een
gevallen boom te verwijderen.
Let op de steunpunten van de tak op de
grond, de mogelijkheid dat hij onder spanning
staat, de richting die de tak kan nemen tijdens
de zaagbewerking en de mogelijke instabiliteit
van de boom nadat de tak is afgezaagd.
Laat altijd de onderste en grootste
takken als laatste, die dienen om de
stam op de grond te ondersteunen.
Verwijder de kleine takken in één
beweging (Afb. 17.A).
Het is beter om de takken onder spanning vanaf de
onderkant naar boven te zagen, om te voorkomen
dat de kettingzaag wordt gebogen (Afb. 17.B).
6.5 SUGGESTIES VOOR HET GEBRUIK
BELANGRIJK Leg de machine altijd
stil (par. 6.6) wanneer u zich naar een
andere werkzone moet begeven.
Als de zaaginrichting vastloopt tijdens het snoeien
in de hoogte, moet de bediener als volgt handelen:
1. de versnellingshendel (Afb. 11.A)
onmiddellijk loslaten.
2. wachten tot de zaaginrichting
volledig stil staat.
3. de accu verwijderen (par. 7.2.2).
4. Verwijder de zaaginrichting uit de
verrichte snede door de tak op te
tillen, indien noodzakelijk.
5. Gebruik indien nodig een handzaag of een
tweede kettingzaag om de vastgelopen
zaaginrichting los te maken, waarbij u
minimaal 30 cm van de vastgelopen
zaaginrichting zaagt. De sneden om deze
los te maken moeten altijd in de richting
van de punt van de tak worden gemaakt
(dus tussen de vastzittende zaaginrichting
en de punt van de tak, en niet tussen de
stam en de vastzittende zaaginrichting).
Op deze manier wordt belet dat de
zaaginrichting wordt meegesleurd met het
deel van de tak dat wordt gesneden, wat
de situatie nog ingewikkelder maakt.
6.6
STOPPEN
Laat de versnellingshendel los om de
machine te stoppen (Afb. 11.A).
Nadat de versnellingshendel is
losgelaten, moet enkele seconden
gewacht worden dat de tandketting
helemaal tot stilstand komt.
Leg de machine altijd stil wanneer u zich
naar een andere werkzone moet begeven.
NL - 11