Afbeelding 1-2
Het beeld en de diepte van de virtuele naald (rechteronderhoek van het scherm) op een
ultrasoon systeem
5 Raadpleeg de instructies in de AxoTrack I Set voor steriele procedure: Gebruiksaanwijzing voor het inbrengen
van de naald bij het beoogde doel en het voltooien van de procedure.
Als de beeldkwaliteit niet toereikend is, raadpleegt u de instructies in de AxoTrack I Set voor steriele procedure:
Gebruiksaanwijzing om te bevestiging of de onderdelen van de set correct in elkaar zijn gezet en goed zijn
uitgelijnd.
Opmerking
Trainingsmodus
Trainingsmodus instellen
1 Druk op de toets PATIENT (Patiënt).
2 Selecteer New/End (Nieuw/beëindigen).
86
Houd de magneet in contact met de magneetrail. Beweging van de magneet
van de rail af zal ervoor zorgen dat de virtuele naald van het scherm verdwijnt.
Trainingsmodus