NL
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Raadpleeg voor de aansluitingen de tabellen 1 en 2 en afbeelding 15.
In geval van al bestaande installaties is een algemene controle van de toestand van de conductoren gewenst (doorsnede,
met relais die dicht bij de besturingseenheid zijn gemonteerd.
Advies voor een juiste installatie:
-
TAB. 1
Mor n. Mor n.
Transformator
1
2
(primair stroomcircuit)
3
5
Lijn
Knipperlicht of
6
7
lampje
8
9
Lampje
11
10 ,
NC-/NO- contact
15
12
10 ,
N.C.-contact
15
13
10 ,
N.C.-contact
15
14
10 ,
Knop n.o.
15
16
17
Nevenhulpinrichtingen
18
Antenne Rx*
19
Antenne Rx*
Transformator
20
21
(secondair stroomcircuit)
22
23
CB24
24
25
Motor
Ingang
Uitgang
84
V
I max
Functie
Stroomvoorziening
230V
0,5A
Stroomvoorziening
230V
1A
besturingseenheid
Bewegingsaanwijzer
Wanneer de besturingseenheid alleen op batterijen
230V
0,5A
de manoeuvres
12Vcc
1A
Contactlijst tijdens sluiting
(C.M.)
Fotocel 1
Stop
Stap-voor-stap
24Vcc
1A
Stroomvoorziening
Omhulsel
Besturingseenheid
22Vca
6,8A
Stroomvoorziening
24Vcc
5A
Batterijoplader (optional)
Openen /Sluiten
24Vcc
5A
transformator.
worden (voorwaarschuwing) zie dip switch functies nr.5. Door dips 3
en 4 te combineren zijn er met deze uitgang eveneens andere functies
een vertraging van ongeveer 2 minuten.
Tijdens het sluiten stopt de motor en gaat helemaal open. Zie tabel 2 voor
het type aansluiting.
Keert tijdens het sluiten de looprichting om. Sluit deze ingang aan op de
Zie dip-switch functies nr.1 en nr.2 (tab.3)
Permanente stroomvoorziening voor fotocellen en externe ontvangers.
In geval een ontvanger op een daarvoor bestemde connector wordt
Sluit deze ingang aan op het secondaire stroomcircuit van de
meegeleverde transformator (22V).
Voorbereiding aansluiting van de batterijoplader CB24 (optional) en de
batterijen (optional)