33. D e a a n g e g e v e n s p a n n i n g o p h e t
NL
typeplaatje overeen komen met uw
elektrische installaties.
34. Plaats de batterijlader zo ver mogelijk
van de batterij af, zo ver als de snoeren
toelaten.
35. Explosieve gassen kunnen zich op de vloer
verzamelen. Plaats de batterijlader zo
hoog mogelijk boven de vloer.
36. V o e r
onderhoudswerkzaamheden uit. Elke
controle, demontage of herstelling
m o et wo rd e n u i tg evo e rd d o o r e e n
gekwalificeerde technicus.
37. Open de behuizing niet. Deze bevat geen
onderdelen die door de gebruiker kunnen
worden onderhouden.
38. Plaats de batterijlader niet boven of op
de batterij.
39. De pool van de batterij die niet op het
chassis is aangesloten, moet eerst
w o r d e n a a n g e s l o t e n . D e a n d e r e
verbinding moet worden gemaakt met
het chassis, op de nodige afstand van de
batterij en de brandstofleiding. Daarna
wordt de batterijlader aangesloten op
het stopcontact. Na het opladen moet
u de batterijlader ontkoppelen van het
stopcontact. Ontkoppel vervolgens de
23
z e l f
g e e n