Productveiligheid en RF-blootstelling voor een
mobiel werkstation met radio- en
ontvangstinstallatie dat in voertuigen wordt
geïnstalleerd
LEES DIT DOCUMENT VOORDAT U HET MOBIELE
WERKSTATION MET RADIO GEBRUIKT. HET BEVAT
BELANGRIJKE RICHTLIJNEN VOOR EEN VEILIG
GEBRUIK, INFORMATIE OVER RF-ENERGIE EN
OPGELET
CONTROLE-INFORMATIE VOOR DE NALEVING
VAN BLOOTSTELLINGSGRENZEN INZAKE RF-
ENERGIE ZOALS GEDEFINIEERD IN
TOEPASSELIJKE NATIONALE EN
INTERNATIONALE NORMEN.
De informatie in dit document vervangt de algemene
veiligheidsinformatie in gebruikershandleidingen die zijn gepubliceerd
vóór februari 2002.
Naleving van normen inzake de blootstelling aan
RF-energie
OPMERKING: Dit mobiele werkstation met radio is bedoeld voor
gebruik door de algemene bevolking en in
ongecontroleerde toepassingen.
Regelgeving van de Federal Communication Commission
De FCC heeft grenswaarden gedefinieerd voor een veilige
blootstelling aan radiofrequentie (RF) van mobiele radio's met
zend- en ontvangstinstallaties.
Bewustzijn van en controle over blootstelling aan RF kan bereikt
worden door opleiding of oefening met geschikte hulpmiddelen,
zoals informatie en aanwijzingen uit gebruiksaanwijzingen of
productveiligheidsboekjes, of andere toepasselijke middelen. In
deze handleiding voor gebruikersveiligheid staat nuttige informatie
over blootstelling aan RF en bruikbare aanwijzingen om de
blootstelling aan RF onder controle te houden.
Uw mobiele werkstation van Motorola met radio met zend- en
ontvangstinstallatie is ontworpen en getest om te voldoen aan een
aantal nationale en internationale normen en richtlijnen (die onderaan
zijn opgesomd) over blootstelling van mensen aan elektromagnetische
energie als gevolg van radiofrequentie.
Wat de meting van RF-energie met het oog op de naleving van de
blootstellingsnormen van de FCC betreft, geld dat uw mobiele
werkstation met radio enkel meetbare RF-energie vrijgeeft wanneer
het uitzendt (tijdens de verzending van gegevens), en niet wanneer het
ontvangt (ontvangst van gegevens) of in stand-bystand staat.
Uw mobiele werkstation van Motorola met radio met zend- en
ontvangstinstallatie voldoet aan de volgende normen en richtlijnen
betreffende de blootstelling aan RF-energie:
• United States Federal Communications Commission, Code of Federal
Regulations; 47CFR part 2 sub-part J
• American National Standards Institute (ANSI) / Institute of Electrical and
Electronic Engineers (IEEE) C95. 1-1992
• Institute of Electrical and Electronic Engineers (IEEE) C95.1-1999 Edition
• Internationale Commissie voor bescherming tegen niet-ioniserende straling
(ICNIRP) 1998
• Ministry of Health (Canada) Safety Code 6. Limits of Human Exposure to
Radiofrequency Electromagnetic Fields in the Frequency Range from 3 kHz to
300 GHz, 1999
• Australian Communications Authority Radiocommunications (Electromagnetic
Radiation - Human Exposure) Standard, 2003
• ANATEL, Brasil Regulatory Authority, Resolution 256 (April 11, 2001)
"additional requirements for SMR, cellular and PCS product certification.
Motorola, Inc. 1301 E. Algonquin Road, Schaumburg, IL 60196 U.S.A.
MOTOROLA en het gestileerde M logo zijn geregistreerd bij het Amerikaanse Bureau voor
Octrooien en Handelsmerken (U.S. Patent and Trademark Office).
Alle andere product- of dienstnamen zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.
© Motorola, Inc. 2007.
Mobiel
Werkstation
(MW) 810
Richtlijnen over de naleving en de controle en
richtlijnen voor het gebruik van mobiele werkstations
met radio met zend- en ontvangstinstallatie die in
voertuigen worden geïnstalleerd
Om de blootstelling onder controle te houden en de naleving van
de blootstellingslimieten voor de algemene bevolking en in
ongecontroleerde toepassingen te garanderen, dient u de volgende
handelwijzen steeds in acht te nemen:
• Zend enkel uit wanneer de mensen buiten het voertuig zich
minstens op een minimale laterale afstand bevinden (zoals
gedefinieerd in onderstaande tabel) van een naar behoren en buiten
het voertuig aangebracht antenne.
In de onderstaande tabel staan de minimale laterale afstanden van
omstanders in een ongecontroleerde omgeving tot de uitzendende
antenne. Er zijn verschillende afstanden gedefinieerd in functie van
het nominale radiovermogen van het mobiele werkstation met radio
dat in een voertuig is geïnstalleerd.
Nominaal vermogen van mobiele
werkstations met radio met
zend- en ontvangstinstallatie die
in voertuigen worden
geïnstalleerd
Minder dan 7 watt
7 tot 15 watt
16 tot 50 watt
51 tot 110 watt
Richtlijnen voor de installatie van de mobiele antenne
• Deze richtlijnen voor de installatie van de mobiele antenne zijn enkel
van toepassing op motorvoertuigen met een metalen carrosserie of
op voertuigen met een geschikt grondvlak.
• De antenne moet in het midden van het dak geplaatst worden,
volgens de specifieke aanwijzingen en beperkingen uit de
handleiding voor de installatie van de radio en rekening houdende
met de vereisten van de leverancier van de antenne.
• Gebruik enkel de door Motorola goedgekeurde, bijgeleverde
antenne of een door Motorola goedgekeurde vervangingsantenne.
Niet goedgekeurde antennes, wijzigingen of aanhangsels kunnen de
radio beschadigen en ertoe leiden dat de veiligheidsnormen inzake
RF niet worden nageleefd.
Goedgekeurde accessoires
• Deze radio is getest en beantwoordt aan de veiligheidsnormen
inzake RF indien hij wordt gebruikt met accessoires van Motorola
die zijn meegeleverd of voor dit product bedoeld. Het gebruik van
andere accessoires kan ertoe leiden dat de veiligheidsnormen
inzake RF niet worden nageleefd.
• Een lijst van door Motorola goedgekeurde antennes is beschikbaar
op de volgende website, waar alle goedgekeurde accessoires voor
uw radiomodel worden opgesomd:
http://www.motorola.com/cgiss/index.shtml.
Extra informatie
Surf naar
http://www.motorola.com/rfhealth
richtlijnen inzake blootstelling of over opleiding.
Houd dit document in uw bezit voor toekomstig gebruik
Minimale laterale afstand van de
uitzendende antenne
20 centimeter
30 centimeter
60 centimeter
90 centimeter
voor extra informatie over