Installatie, Ingebruikname - SSS Siedle SFPM 611-02 Informacion De Producto

Administratorvinger
Deze geeft de bevoegdheid voor het
inlezen van max. 5 mastervingers.
Mastervinger
Deze geeft de bevoegdheid voor het
inlezen van max. 100 gebruikers­
vingers.
Gebruikersvinger
Bevoegd voor het aansturen van de
functie (bijv. deuropener). Alleen
gebruikersvingers kunnen deze scha­
kelfunctie activeren.
Iedere vinger kan slechts een functie
overnemen.
Om ook op een later tijdstip nog een
goed overzicht te hebben over de
bevoegdheden, moet u de vingers
en de personen noteren in de mee­
geleverde vingertabel.
Maak een kopie van de vingertabel
voordat u hem invult.
Aanwijzingen
• Wanneer u de draaischakelaar,
voor de instelling van de gebruiks­
modus omzet, wordt de FPM in de
afleveringstoestand teruggezet en
alle reeds ingelezen vingers worden
gewist!
• Alleen een mastervinger kan de
rechten voor het inlezen van gebrui­
kersvingers vrijschakelen.
• Alleen een groepsmastervinger
kan de rechten voor het inlezen van
gebruikersvingers binnen zijn groep
vrijschakelen.
• Individuele groepsmaster­, master­
of gebruikersvingers kunnen in het
stand­alone gebruik niet worden
gewist! D.w.z. er kan telkens alleen
de gehele groep worden gewist.
• Om groepsmaster­ of master­
vingers te wissen, moet de FPM
in de afleveringstoestand worden
teruggezet. (zie wismodus)
• De groepsmastervinger heeft het
recht, om de gebruikersvingers van
zijn groep te wissen
• De groepsadministratorvinger
kan de gebruikersvingers van alle
groepen wissen. De groepsmaster­
vingers blijven daarbij bewaard.
• In het busgebruik kunnen indi­
viduele vingers selectief gewist
worden: Voor het inlezen en wissen
van vingers zijn de programmeer­
interface PRI 602­..., de program­
meersoftware PRS 602­... en een
PC vereist.
2 Modulebeschrijving
a LED rood
b LED groen
c LED voor verlichtin
d Sensor
De beide lampdiodes (a) en (b)
geven de toestand aan.
Installatie,
Ingebruikname
Aanwijzingen
Alle verbouwde functie­eenheden
zijn binnen de Steel installatie com­
pleet voorgemonteerd. Alleen de
aansluiting op de installatie dient te
worden uitgevoerd.
De aansluiting geschiedt via de aan­
sluitprintplaat.
3 Aansluiting volgens bijbehorend
schema uitvoeren.
4 Aansluitschema voor stand alone-
werking
Het aansluitschema voor het
busgebruik vindt u in het systeem­
handboek „In­Home bus: Audio"
resp. „In­Home bus: Video", dat
is meegeleverd met de netvoeding
BNG 650­... resp. BVNG 650­...
Bedrijfsmodus veranderen
Om de FPM volgens speciale eisen te
kunnen gebruiken, moet u vóór de
ingebruikname de desbetreffende
bedrijfs­modus instellen. U stelt de
bedrijfsmodus op de achterzijde van
de module in.
De FPM bevindt zich in de afleve­
ringstoestand in het gebruikstype
mastermodus.
Aanwijzingen
Voor de instelling van de gewenste
gebruiksmodus (0 tot 9) moet de
FPM onder spanning staan.
5 Bedrijfsmodus instellen
• FPM van de montageplaat los­
schroeven, van boven naar voren
kiepen en de montageplaat
afnemen.
• Klep op de achterzijde van de
module met behulp van een schroe­
vendraaier openen.
• Gewenste bedrijfsmodus (0 t/m 9)
op de draaischakelaar instellen. Als
u de gewenste bedrijfsmodus inge­
steld hebt, moet u de klep sluiten en
de module weer inbouwen.
Instelbare bedrijfsmodi:
1 = Mastermodus
5 = Groepsadministratormodus
9 = Administratormodus
0, 2..4 en 6..8 = Wismodus
29