NL
Afsluiters met pakking
Aanbevolen wordt de juiste afstelling van de afsluiters voor zuurstof en
brandstofgas op de schachten en snijhulpstukken regelmatig te
controleren De moer van de pakking moet indien nodig zodanig
rechtsom worden aangedraaid dat een lichte weerstand wordt gevoeld
bij het bedienen van de afsluiter.
Rubberslang
Gebruik uitsluitend slangen die in goede conditie verkeren, en die zijn
uitgerust met speciale slangkoppelingen die zijn aangebracht met
permanente pijpringen. Stel de slang niet bloot aan hitte, olie of smeer,
verkeer en slakspatten of vonken die ontstaan bij las- of
snijbewerkingen. Gooi slangen weg zodra ze lekkage gaan vertonen.
Een goede slang verdient zijn hogere aanschafprijs dubbel en dwars
terug door de lange levensduur, veiligheid en het elimineren van
verspilling door lekkage.
Drukregelaars
Behandel een drukregelaar altijd als een precisie-instrument. Stel de
regelaar niet bloot aan stoten, schokken of hevige drukwijzigingen
door het plotseling openen van de afsluiter op de cilinder. Hef de druk
op de regelveer op wanneer u de apparatuur afsluit. Gebruik een
drukregelaar nooit voor andere gassen dan waarvoor deze is
ontworpen. Gebruik geen drukregelaars met defecte meters.
Branders/snijders
Volg bij het ontsteken en doven van elk type brander altijd de
instructies van de fabrikant. Gebruik voor het reinigen van het
mondstuk de hiervoor meegeleverde schoonmaakset.
Lasbril
Draag bij het lassen en snijden altijd het juiste type lasbril.
Aansluiting van de apparatuur
1. Zet beide cilinders verticaal neer. Zuurstofcilinders zijn zwart
geschilderd, acetyleencilinders kastanjebruin en propaancilinders
rood.
2. Controleer dat de verbindingsvlakken op de drukregelaars en de
afsluiters op de cilinders VRIJ ZIJN VAN OLIE EN SMEER.
3. Open de afsluiter op de zuurstofcilinder voor een ogenblik om de
afsluiter te snuiven en vuil en andere obstructies weg te blazen.
Sluit de afsluiter.
4. Open de afsluiter van de brandstofgascilinder zoals hierboven
beschreven in stap 3.
5. Schroef de zuurstofdrukregelaar in de afsluiter op de
zuurstofcilinder. De afsluiter op de cilinder, de inlaatpijp op de
drukregelaar en de uitlaataansluitingen op de drukregelaar
hebben rechtse schroefdraad.
6. Schroef de brandstofgasdrukregelaar in de afsluiter op de
gascilinder. De afsluiter op de cilinder, de inlaatpijp op de
drukregelaar en de uitlaatverbindingen op de drukregelaar
hebben linkse schroefdraad.
7. Draai de drukregelaar goed vast in de afsluiter op de cilinder.
Oefen geen overmatige druk uit, maar zorg er wel voor dat de
verbindingen gasdicht zijn.
8. Koppel de slangen aan de geschroefde uitlaten van de
drukregelaars door middel van de geschroefde verbindstukken
die zijn aangebracht in de uiteinden van elke slang. Als u een
nieuwe slang gebruikt, blaas deze dan door voor u hem aan de
drukregelaar of brander koppelt om stof, vuil en krijt te
verwijderen. GEBRUIK HIERVOOR GEEN ZUURSTOF.
9. Koppel het uiteinde van de slang waar zich de contra-afsluiter
bevindt aan de brander. Koppel de brandstofgasslang aan de
linker aansluiting en de zuurstofslang aan de rechteraansluiting.
Houd de regelafsluiters van de brander dicht.
10. Koppel het mondstuk met de gewenste afmeting op de brander.
Gebruik voor het beste resultaat bij RS-branders altijd RS-
precisiemondstukken.
RS Voorraadnummer
712-040
Ontstekingsprocedure
Lasbranders
1. Gebruik de sleutel van de cilinder om de afsluiters op de
cilinders één slag open te draaien. Open de afsluiters niet
abrupt, om ernstige schade aan de drukregelaar en mogelijke
ongevallen te voorkomen.
2. Open de regelafsluiter voor het brandstofgas op de brander en
stel de drukregelaar in op de juiste werkdruk. (Zo zorgt u ervoor
dat eventueel aanwezige lucht en zuurstof uit de slang worden
geblazen).
3.
Herhaal de bovenstaande procedure aan de zuurstofzijde.
4. Open de regelafsluiter voor het brandstofgas en ontsteek het
gas, bij voorkeur met behulp van een RS-vonkontsteker. Let er
daarbij op dat de vonkontsteker onder een rechte hoek wordt
gehouden ten opzichte van het mondstuk.
5. Verhoog of verlaag de toevoer van acetyleen naar de afsluiter
van de brander tot de vlam net niet meer rookt.
6. Draai de zuurstoftoevoer met behulp van de regelafsluiter op
de brander langzaam open tot de witte kegel binnen de vlam
scherp getekend is met het geringste spoor van een
acetyleennevel. De brander is nu correct afgesteld voor
laswerkzaamheden.
Snijbranders
Voer de aansluiting van de apparatuur op exact dezelfde manier uit als
beschreven voor lasapparatuur, maar onthoud de volgende punten.
Deze
instructies
hebben
mengmondstukken, aangezien dit het modernste type is.
1.
Koppel het snijmondstuk met de juiste afmeting op de brander.
2.
Open de afsluiters op de cilinders met behulp van de
cilindersleutel om beide slangen leeg te blazen.
3.
Stel de werkdruk voor de zuurstof in op de drukregelaar terwijl de
zuurstof door de afsluiter op de snijbrander, en vandaar door het
mondstuk naar buiten stroomt.
4.
Sluit alle afsluiters op de schacht (hendel).
5.
Sluit de zuurstofafsluiter op het snijhulpstuk.
6.
Open de zuurstofafsluiter op de hendel volledig.
7.
Open de brandstofgasafsluiter geleidelijk en ontsteek het gas.
8.
Stel de brandstofgasafsluiter zodanig in dat de vlam niet meer
rookt.
9.
Open de zuurstofafsluiter op het snijhulpstuk geleidelijk.
10. Stel de zuurstofafsluiter op het snijhulpstuk zodanig in dat een
neutrale vlam ontstaat.
11. Druk de hendel voor de snijzuurstof in en stel de regelaar voor het
verhittingsgas opnieuw in om een neutrale vlam te krijgen.
12. Druk de hendel voor de snijzuurstof in en de snijder is klaar voor
gebruik.
Afsluitprocedure
Lasbrander
1.
Sluit de toevoer van het brandstofgas af met behulp van de
regelafsluiter op de brander.
2.
Sluit de zuurstoftoevoer af met behulp van de regelafsluiter op de
brander.
3.
Sluit de afsluiters op de cilinders.
4.
Open en sluit de afsluiters op de brander één voor één om de
druk in de slangen op te heffen, dat wil zeggen, open de
zuurstofafsluiter en sluit deze weer, en open vervolgens de
brandstofgasafsluiter en sluit deze weer.
5.
Schroef
de
drukregelschroeven
acetyleendrukregelaars los om de druk op de veren in de
drukregelaars op te heffen.
Snijbrander
1.
Sluit de afsluiter voor de snijzuurstof.
2.
Sluit de afsluiters voor het brandstofgas en de verhittingszuurstof.
3.
Sluit de afsluiters op de cilinders.
4.
Open en sluit de afsluiters voor zuurstof en brandstofgas op de
snijder één voor één om de druk in de slangen op te heffen.
5.
Schroef
de
drukregelschroeven
acetyleendrukregelaars los om de druk op de veren in de
drukregelaars op te heffen.
V10959
betrekking
op
snijbranders
op
de
zuurstof-
op
de
zuurstof-
met
en
en
19