nl
Aanwijzingen
Zorg ervoor dat de siliconenpatch
■
voordat de temperatuursensor wordt
ingebracht volledig droog is.
Plaats de pan op zo'n manier dat de
■
temperatuursensor naar de
buitenzijde van de kookplaat wijst.
De temperatuursensor mag niet op
■
een andere hete pan worden gericht,
ter vookoming van oververhitting.
Neem de temperatuursensor na de
■
bereiding van de pan. Bewaar hem
op een schone, veilige plaats en niet
in de buurt van warmtebronnen.
Batterij vervangen
Wanneer het symbool op de draadloze
e n
B a t t e r i j v e r v a n g
temperatuursensor ingedrukt is en de
LED niet oplicht, is de batterij ontladen.
Batterij vervangen:
De siliconenafdekking van het
1.
onderste deel van de behuizing
afnemen.De schroeven losdraaien
met een schroevendraaier.
Het bovenste deel van de behuizing
2.
aftrekken. De oude batterij
verwijderen. De nieuwe batterij
plaatsen.Let erop dat de positieve en
negatieve pool aan de goede kant
zitten.
26
Attentie!
Geen voorwerpen van metaal
gebruiken om de batterij te
verwijderen. Niet de contacten
aanraken.
Bovenste en onderste deel van de
3.
behuizing weer aan elkaar
bevestigen. Let er hierbij op dat de
contactpennen zich in de juiste
positie bevinden.
De siliconenafdekking weer
4.
aanbrengen op het onderste deel
van de behuizing van de
temperatuursensor.
Gebruik alleen
Aanwijzing:
hoogwaardige batterijen van het type
CR2032. Deze gaan zeer lang mee.