Montage - GOK 500ERAZ Instrucciones Par El Montaje Y El Funcionamiento

Inbouw van de filter is toegestaan:
• In installaties met stookolie in een systeem met enkele leiding met retourleiding met
typ 500ERAZ en in een systeem met twee leidingen (zuigbedrijf) met de types 500ZAZ
• In installaties met stookolie in een systeem met enkele leiding, in installaties van centrale
olietoevoer (ZÖV) en als voorfilter in leidingsystemen met type 500EZ; eventueel moet vóór
de filter een aanvullende afsluitarmatuur worden ingebouwd
• Boven en onder de olietanktop
• In buizen met een werkdruk PO door een geïnstalleerd transportaggregaat moet de selectie
van de filter overeenkomstig de opgegeven maximaal toelaatbare druk PS worden gemaakt
naargelang van de filterkop
Door toedoen van thermische uitzetting in afgesloten buizen – bv. door ingebouwde
terugstroomblokkeerders – kan een hogere druk dan de maximaal toelaatbare druk
PS optreden; wij adviseren de inbouw van een veiligheidscomponent tegen
drukoverschrijding in zuigleidingen, bv. drukcompensatieventiel type DAV7
bestelnr. 15 550 00 of drukcompensatieventiel type DAV7P in drukleidingen
bestelnr. 15 550 15.
In buizen met overdruk, inbouwlocatie van de filter onder de olietanktop of bij
temperaturen > +60 °C alsook bij mogelijke statische oplading wordt het gebruik van
de metalen filterkop of van de wisselfilter aanbevolen!
Bij hoge stroomsnelheden is statische oplading mogelijk.
OPSTELLING VOLGENS HET BOUWRECHT
Krachtens de Betriebssicherheitsverordnung (met TrbF 50) moeten de filters boven de
tanktop en tevens boven een opvangruimte worden gepositioneerd, ofwel boven een
olieopvangkuip met veiligheidsvoorziening die bij een olielek het transportaggregaat
uitschakelt. Met het oog op de controles moeten de filters in goed toegankelijke zones
van de olieleiding worden aangebracht.

MONTAGE

Controleer het product voor montage op transportschade en volledigheid.
Met inbouw, onderhoud en inbedrijfstelling mogen alleen bedrijven worden belast, die voor
deze werkzaamheden installateurs in de zin van § 3 van de [Duitse] Verordening betreffende
installaties en de omgang met gevaarlijke stoffen voor water van 31 maart 2010
(BGBl. I S. 377) zijn.
Montage van de aansluitingen
8 / 14
Binnendraad G 3/8 conform EN ISO 228-1, als
inschroefopening G 3/8-UA-O conform
EN 12514-4:2009 afb. D.1
O-ring afmeting 14 x 2 mm, bij de levering
inbegrepen
Inschroefkoppelingen van de vorm B conform
EN ISO 1179-4 of EN 12514-4 bijlage C
(adequaat met vorm A conform DIN 3852-2)
Aanbevolen aandraaimoment bij materiaal staal
van de inschroefkoppeling: maximaal 15 Nm
Apparaat nr. 13 852 50 c